075W0208

Pl. AARSCHOT 75W

F.HALET - R.TAVERNIER

208(III)  Filterput uitgevoerd te Aarschot 
          voor de Nationale Maatschappij voor Watervoorziening  te Hasselt,   
          door de firma Van Denbosch te Wetteren.
          Topographische ligging opgeteekend door E. Verdin den 25.1.1944
          Grondstalen verzameld door den aannemer.
          Boringsmethode: zonder inspoeling.
          Opeenvolgende diameters: 1m00, Einddiameter: 400 mm. (filter)
          Diepte van het water, bij ruststand: 1 meter boven  maaiveld;       
          tijdens het pompen: 4 m.
          onder maaiveld, met een debiet van ongeveer ± 32.000 liters per uur.
          Ijzerhoudend water volgens mededeeling van den boorder.
          Benaderende hoogte van den beganen grond, boven den zeespiegel: 14


                            PUT II.

Volgnummer             AARD DER GRONDLAGEN                     Diepte   m.

 1*        Turf                                               0.00    2.00
 2*        Donker grijs zand, kalkvrij, met enkele gerolde
           vuursteenen en kwartskeitjes                       2.00    2.50
 3*        Grof glauconiethoudend zand, grijs-groen van kleur 2.50    4.50
 4         Grijs-groen, glauconiethoudend zand, middelmatig
           van korrel                                         4.50    5.00
 5         Geel-groen, glauconietrijk zand, middelmatig van
           korrel                                             5.00    6.00
 6*        Idem                                               6.00    6.25
 7         Geel-groen, glauconiethoudend, grintachtig zand    6.25    6.75
 8         Idem, met groote gerolde vuursteenkeien, zwart en
           blond doorgaans sterk verweerd                     6.75    7.00
 9         Idem, met eveneens ferrugineuse zandsteenstukken   7.00    7.25
10         Idem                                               7.25    7.95
11*        Idem                                               7.95    8.40
12*        Groen tot bruin zand, middelmatig van korrel,
           zeer glauconietrijk                                8.40    8.70
13         Idem                                               8.70    9.40



   Vermoedelijke geologische interpretatie: (F. Halet - R. Tavernier 4.2.1944)

          Holoceen en Plistoceen: van 0m00 tot 8m40
          Diestiaan             : van 8m40 tot 9m40



          De volgende inlichtingen werden door de brief Nr. 22167
          van 23 Juni 1944 van de Nationale Drinkwatermaatschappij            
          medegedeeld:

          "Puits No6 (celui du milieu)

          Débit: 16,500 m3
          Rabattement: 4 m.
          Au repos l'eau s'élève à 0m40 au-dessus du niveau du sol."



Pl. AARSCHOT 75W 75 W

R.PAEPE

N 208(III) 1 verv.

Put 2
uitgevoerd te Aarschot bij N.M.W.L.
datum: 21.10.1966
Topographische ligging opgetekend door W. CLAESSENS volgens plan
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode: droogboring
Grondwaterstanden: bij ruststand: + 0.55
Hoogte van het mondgat: ± 13.59

Volgnummer             Aard der grondlagen             Diepte Basis  m

 1         bruine kleiige leem                               0.10
 2         roodbruine zeer kleiige leem                      0.20
 3         donkerbruine kleiige veen                         0.30
 4         veen                                              2.10
 5         bruin kleiig veen                                 2.20
 6         veen met houtbrokken                              4.00
 7         blauw grijze kleiig zandleem met plantenresten
           geen kalk                                         4.20
 8         groen grijsachtig iets leemhoudend zand,
           geen kalk                                         5.00
 9         groenachtig glauconiethoudend half fijn zand      6.00
10         idem met silexkeien en zachte limonietkonkreties  9.00
11         groenachtig kleihoudend zand, met enkele
           silexkeien en limonietkonkreties                 10.00



          Interpretatie

          Kwartair     0.00 -  5.00
          Diestiaan    5.00 - 10.00

          4.1.1967
          R. PAEPE