ZEMST - 73 E
Nr. 328 5III, b)
Uitgevoerd : spoorweg Plankendael (MUIZEN)
Coördinaten :
X : 160.790
Y : 187.783
Z : 6.70 m
Totale diepte : 17 m
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte m
0 - 1 m (84 cm)
1 Bruingrijs opvullingmateriaal bestaande uit lemig materiaal
en steengruis. 0.56
2 Bruingeel lemig opvullingsmateriaal met fijne glasscherven,
steenkool- en baksteenfragmentjes 0.84
1 - 2 m (82 cm)
3 Grijs medium zand
Graduele overgang. 1.08
4 Grof zand aan de top gevolgd door zwarte silteuze matrix
waarin zeer grote baksteenfragmenten (1.18-1.38) aanwezig
zijn.
Scherpe grens 1.49
5 Grijze geoxideerde klei met aan de top wortelresten
Fe/Mn concreties zijn over het geheel verspreid 1.80
Scherpe grens
6 Grijs half fijn zand
2 - 3 m (66 cm)
7 Bruine slappe klei met een weinig zand met kleine vegetatie-
restjes
Graduele overgang. 2.11
8 Sterk aaneengeklit materiaal door ijzer en vivianiet.
Scherpe grens 2.26
9 Complex van niet-parallelle lagen bestaande uit groen zand
silteus en groengrijs medium zand (Aan de top fractie iets
fijner)
Aan de top zijn er enkele bruingrijze kleiige siltlagen aan-
wezig met vegetatierestjes 2.34
10 Groengrijs medium zand.
Scherpe schuine grens met enkele kleine uitschuringen 2.39
11 Groen fijn silteus zand
Golvende ondergrens 2.44
12 Groengrijs medium zand met enkele lenzen van fijn zandig
silt.
Zeer fijne vegetatierestjes zijn over het geheel verspreid 2.66
3 - 4 m (21 cm)
13 Groengrijs medium zand met enkele lenzen van fijn zandig silt
Silexkeitje aan de basis 3.21
4 - 5 m (100 cm)
14 Donkerbruine silteuze klei (?) met een grote concentratie van
houtfragmentjes
Tussen 4.03 en 4.14 een 8 cm brede lens van geel fin tot medium
zand waarin enkel silexfragmentjes aanwezig zijn.
Graduele overgang 4.18
15 Groengrijs kleihoudend silt met 2 groene silteuze fijn zandige
lenzen in 4.25 en 4.32
Houtfragmenten aan de basis
Over het geheel vegetatieresten.
Scherpe, trapvormige grens 4.30
16 Beige silteuze klei
Scherpe grens, de bovengrens volgens 4.42
17 Grijs fijn zand, silt en donkerkleurig aan de top.
Tussen 4.46 en 4.48 grote concentratie van houtfragmenten.
Vervolgens kleine restjes over het geheel verspreid.
Graduele overgang. 4.60
18 Groen licht kleihoudend silt met kleine zandlenzen waarvan
een concentratie tussen 4.62 en 4.66 4.77
19 Beigebruine (kaki) kleihoudende tot sterk kleihoudende silt
met in 4.87-4.88 met zeer fijne golvende discontinu zand-
laagjes.
5 - 6 m (72 cm)
20 Grijs grof zand grover wordend naar de basis toe, horizontaal
tot subhorizontaal gelaagd. De gelaagdheid wordt duidelijk
door zwart silteuze laagjes (enkele mm) waarin een grote con-
centratie van vegetatierestjes aanwezig zijn. Ze zijn uitge-
groeid tot dikke lenzen tussen 5.34 en 5.35
Scherpe grens. Silexkeitjes aan de basis 5.43
21 Alternerend complex van grijs medium zand en zwart vegetatie
silteuze laagjes (orde van grootte 1 mm). In de siltlaagjes
opnieuw grote concentratie van vegetatierestjes. 5.53
22 Grijs medium zand 5.72
6 - 7 m (82 cm)
23 Groengrijs medium zand met fijne (1 mm) zwarte vegetatierijke
silteuze discontinu subhorizontale laagjes 6.10
24 Beige kleilens op 6.10 m
Grijs grof zand, grover wordend naar de basis toe met spora-
disch enkele silexkeien
Aan de top enkele vegetatierijke laagjes.
Aan de basis discontinu tot continu groengrijze kleiige silt-
laagjes (orde van grootte 2 mm) 6.23
25 Zeer grof zand tot fijn grint met veenlens aan de top
Concentratie van grint aan de basis. Scherpe grens 6.34
26 Grijs medium licht silteus zand.
Graduele overgang 6.57
27 Groengrijs fijn zand met groene silteuze laagjes. Discontinu
en met een grote concentratie aan de top, overgaand naar con-
tinu en meer sporadisch. Sporadisch humeus materiaal in sil-
teuze laagjes.
Over geheel sporadisch grove kwartskorrels verspreid.
Gebogen, duidelijke ondergrens 6.76
28 Groen silteus fijn zand met humeuze lenzen en enkele keitjes
aan de basis 6.82
7 - 8 m (69 cm)
29 Grijs medium zand met enkele fijne grintjes 7.07
30 Grint in een kleiige matrix aan de top, een zandige aan de
basis 7.21
31 Grijs half fijn zand subhorizontaal gestratifieerd ingevolge
fijne laagjes (1 à 2 mm) ook een grotere concentratie van
glauconiet 7.63
32 Donkergrijs silteus half fijn zand 7.69
8 - 9 m (96 cm)
33 Grijs glauconiethoudend fijn zand met een grote concentratie
van de top tot 8.09 van groen klevige laagjes. Naar de basis
toe wordt het zeer fijn. Over het geheel verspreide kleiige
lensjes. Scherpe licht schuine grens 8.31
34 Groengrijs kleihoudend fijn zand met grijze zandlenzen waar-
van de concentratie stijgt naar de basis toe. Kleilenzen
daarentegen zijn voornamelijk in de eerste helft geconcen-
treerd. Glauconietrijk 8.96
9 - 10 m (100 cm)
35 Groengrijs kleihoudend fijn zand met enkele klei- en zand-
lenzen.
Vanaf 9.30 m minder kleihoudend (ingevolge een aaneenschake-
ling van zandlenzen)
Sporadisch kleilenzen. Geheel is gebioturbeerd. 10.00
Glauconietrijk.
10 - 11 m (83 cm)
36 Zeer licht kleihoudend tot silteus fijn zand met voornamelijk
in de eerste helft kleihoudende lenzen.
Geheel is gebioturbeerd. Glauconietrijk. 10.83
11 - 12 m (96 cm)
37 Grijsgroen (licht silteus kleihoudend) fijn zand. Gebiotur-
beerd over het geheel.
Glauconietrijk. 11.96
12 - 13 m (100 cm)
38 Grijsgroen glauconietrijk silteus fijn zand. Gebioturbeerd.
Groengrijze kleilenzen aan de basis.
Scherp contact. 12.65
39 Groengrijze compacte klei met aan de top grijsgroene silteuze
glauconietrijke zandlenzen waarvan de grootte varieert. Geheel
is silteus aan de basis 13.00
13 - 14 m (90 cm)
40 Grijsgroene glauconiethoudende klei. Gebioturbeerd (fijne
spotjes)
Graduele overgang 13.60
41 Grijsgroen silt met kleiige lensjes. Gebioturbeerd. 13.90
14 - 15 m (95 cm)
42 Grijsgroene glauconiet klei, afgewisseld met silteuze zones.
Geheel is gebioturbeerd.
Aan de basis discontinu schuine zwarte kleiachtige (mangaan ?)
laagjes
Scherp schuin contact. 14.41-14.43
43 Grijsgroene glauconiethoudende klei met sporadisch grotere
concentratie van glauconiet (silteuzer naar de basis toe) 14.95
15 - 16 m (85 cm)
44 Grijsgroene glauconiethoudende silteuze klei. 15.26
45 Groengrijze glauconiethoudende gebioturbeerde klei met spo-
radisch grotere concentratie van glauconiet 15.85
16 - 17 m (70 cm)
46 Groengrijze gebioturbeerde compacte klei.
Glauconietlenzen aan de basis 16.70
44 - 45 m (49 cm)
Idem met schelpfragmenten 44.15
Concentratie van zandstenen 44.21
Grijs half fijn tot half grof zand, fijner wordend naar de
basis toe met discontinu kleilaagjes (sporadisch)
Kalkrijk 44.49
45 - 46 m (48 cm)
Waardeloos monster (volledig verstoord)
46 - 47 m (70 cm)
Donkergrijs silteus fijn zand met continu en discontinu grijs
half grof zandige lagen. Doorgaans gebogen.
Over het geheel zijn grove kwartkorrels verspreid.
Kalkhoudend 46.70
47 - 48 m (72 cm)
Grijs half grof tot grof zand met grovere kwartskorrels
Kalkhoudend 47.72
48 - 49 m (90 cm)
Lichtgrijs half fijn zeer los zand met enkele glauconiet-
korrels.
Grovere kwartskorrels komen over het geheel voor.
Sporadisch kleilensjes.
Kalkhoudend.
