ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 72E
PLAAT: Merchtem
Nr: 180 (II, c)
Type Boring: Verkenningsboring
Topografische kaart: 23/6
Uitgevoerd te: Steenhuffel
Postnr: 1840
Adres boorplaats: Smisstraat
Opdrachtgever: Belgische Geologische Dienst
Boorfirma: Smet DB Dessel
Boordatum: 1989
Topografie:
Stalen door: Boormeester
Boringsmethode: Gestoken
Lengte & doormeters: D kernen: 10 cm
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 16 m
Stalen bewaard:
Maaiveld/ref. peil: +23,799 m
X: 141.700
Y: 186.480
NIS-code: 23080
--------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
--------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
--------------------------------------------------------------------------
0.00 - 1.00 m (90 cm)
1. Geroerde bruingrijze silt met steenkoolfragmentjes, kleiige lenzen (afgeronde en hoekige) en geoxideerde discontinu onregelmatige zandlaag- jes.
Diepte basis: 0,74 m.
2. Roestbruin licht kleihoudend silt met spots van grijs silt.
Aan de top donkerbruine vlek met Fe/Mn stippels.
Diepte basis: 0,90 m.
1.00 - 2.00 m (72 cm)
3. Roestbruin kleihoudend silt met kleine kleilensjes, horizontaal gelaagd. Aan de basis insluitsel van onderliggend materiaal evenwel met diffuse grens. Fe/Mn stippels.
Diepte basis: 1,20 m.
4. Bruingrijs silt licht gevlekt met iets kleihoudend materiaal en in de tweede helft met grovere siltpartikels tot zeer fijn zand waarvan de verbreiding belangrijke vormen aanneemt.
Onregelmatige grens. Fe/Mn stippels
Diepte basis: 1,26 m.
5. Roestbruin kleihoudend silt met vanaf 1,31 een zandige bijmenging tot 1.35 (fining up sequentie).
Graduele overgang. Sporadisch Fe/Mn stippels.
Diepte basis: 1,35 m.
6. Grijs gevlekt silt met diffuse dunne discontinu zandhoudende laagjes.
Graduele overgang.
Sporadisch Fe/Mn stippels.
Diepte basis: 1,42 m.
7. Roestbruin kleihoudend silt met zandinsluitsels zowel aan de basis als de top (glauconiethoudend).
Graduele overgang.
Diepte basis: 1,48 m.
8. Geel zeer fijn silthoudend zand met grijs licht gevlekte discontinu siltlaagjes, horizontaal gelaagd.
Fe/Mn stippels vooral aan de basis.
Duidelijke grens.
Diepte basis: 1,56 m.
9. Roestbruin kleihoudend, licht zandhoudend (glauocniethoudend) silt.
Fijn zandig laagje (2 mm) op 1,61 m.
Diepte basis: 1,62 m.
10. Bruingeel zandig silt met zeer sporadisch Fe/Mn stippel.
Glauconiethoudend.
Diepte basis: 1,72 m.
2.00 - 3.00 m (68 cm)
11. Bruingeel zandig silt, glauconiethoudend met zones van minder zandig materiaal.
Grintje op 2,37 m.
Tussen 2,40-2,48 gevlekt silt gradueel overgaand naar zandhoudend silt met diffuse lenzen van meer zandig materiaal. Enkele Mn stippels over het geheel verspreid.
Diepte basis: 2,68 m.
3.00 - 4.00 m (78 cm)
12. gestratifieerd bruingeel licht gevlekt geheel bestaande uit zandhoudende silt- en kleihoudende siltlaagjes, horizontaal in de eerste helft, schuin tot horizontaal in de tweede helft. De laagvlakken zijn doorgaans gradueel. Vertikaal georiënteerd gang tussen 3,39-3,52, met vegetatie- restjes welke op 3,44 onderbroken is door horizontaal gelegen discontinu fijn zandig laagje en siltlaagje.
Mn knolletjes en sliertjes over het geheel verspreid.
Diepte basis: 3,78 m.
4.00 - 5.00 m (98 cm)
13. Bruingeel gestratifieerd complex met in de eerste helft:
afwisseling van siltlagen - kleihoudende siltlagen al dan niet zandhoudend. In de kleihoudende laagjes (tot 5 cm) wordt daar een grote concentratie van Mn knolletjes aangetroffen.
Tweede helft (vanaf 4,47 m):
fijn horizontaal gelaagd silt met dunne zandige laagjes. Opvallend is de aanwezigheid van een vertikaal georiënteerde gang van (max. 2 cm breedte). 4;47 tot 34,95 met een onderbreking tussen 4,75-4,77. De eerste helft is opgevuld met zandhoudend silt, de tweede helft met silt.
Fe/Mn stippels over het geheel verspreid.
5.00 - 6.00 m (91 cm)
14. Bruingeel gevlekt gestratifieerd silt met kleihoudend - zandhoudende banden tot laagjes waarvan de laagvlakken gradueel zijn + grijze kleiige zeer dunne laagjes met duidelijke onder- en bovengrens. De lagen zijn continu en discontinu, effen tot licht golvend.
Aan de basis zeer dunne vegetatierijke slierten. Zeer fijne Fe/Mn stipjes zijn over het geheel verspreid.
Diepte basis: 5,91 m.
6.00 - 7.00 m (100 cm)
15. Bruingeel licht gevlekt silt met zones bestaande uit zandhoudend silt, steeds gradueel overgaand en laagjes bestaande uit silthoudend zand (beperkt in aantal).
Tussen 6,60-6,62 schuin georiënteerde kleilens.
Fe/Mn stippels over het geheel verspreid.
Graduele overgang.
Diepte basis: 6,76 m.
16. Bruingrijs silt met zones met zandhoudend materiaal steeds met graduele laagvlakken. Gang tussen 6,90-7,0 opgevuld met zandhoudend silt.
Nog enkele Fe/Mn stippels en dit voornamelijk aan de top.
Diepte basis: 7,0 m.
7.00 - 8.00 m (99 cm)
17. Bruingrijs silt overgaand vanaf 7,39 naar grijs silt, geoxideerd in banden overnemend naar de basis toe.
Het geheel is fijn gestratifieerd met diffuse zandhoudende dunne laagjes en zones met kleihoudend materiaal die soms herleid zijn tot duidelijk afgebakende laagjes.
Gang tussen 7,49-7,54; 7,77-7,89.
Sporadisch Mn stipjes
Diepte basis: 7,99 m.
8.00 - 9.00 (100 cm)
18. Grijs siltcomplex waarbij enerzijds de kleur voortdurend varieert ingevolge de variatie in textuur (klei- siltfractie) en anderzijds de primaire sedimentaire structuren gelaagdheden en vervormingen vertonen.
De stratificatie wordt gevormd door continu licht gebogen (aan de randen) laagjes en discontinu licht verstoorde laagjes.
De deformaties bestaan uit convoluties en slumping en komen vooral voor in zones
8,15-8,18
8,32-8,34
8,57-8,60
8,65-8,69
8,82-8,85
8,94-9,00
Sporadisch Fe/Mn nodulen.
9.00 - 10.00 m (97 cm)
19. grijs siltcomplex opnieuw met lijnvariaties ingevolge verandering in de fijne fractie. De stratificatie is effen (met zeer licht kleihoudend en dit vooral aan de basis). In het eerste gedeelte zijn de lagen disconti- nu licht gebogen en bestaan in het centraal gedeelte uit sterk kleihou- dend materiaal. Deze laagjes zijn echt verstoord. Licht kalkhoudend.
Diepte basis: 9,39 m.
20. afgeschoven materiaal bestaande uit grijs silt met schuin gelegen licht verstoorde licht kleihoudende siltlaagjes.
Tussen 9,61-9,62 zeer fijn subhorizontaal gelaagd.
Vanaf 9,62 opnieuw schuin gelaagd, met lichtgebogen structuur.
Vanaf 9,72 grijs silt met effen verstoorde (waardoor golvende structuur ontstaat) discontinu kleihoudende laagjes.
Vegetatierijk laagje tussen 9,91-9,92 m.
Kalkrijk.
Diepte basis: 9,97 m.
10.00 - 11.00 m (100 cm)
21. grijs siltcomplex licht schuin gelaagd, golvend op sommige plaatsen met laagjes bestaande uit silt en kleihoudend silt en fijnzandige laagjes waarvan de laagvlakken doorgaans diffuus zijn.
Schuin gelegen vorstwigje tussen 10,10-10,15. Graduele gebogen overgang.
Kalkrijk.
22. Verstoord complex bestaande uit lichtgrijs silt en grijs (humeus ?) licht kleihoudend silt met slumpstructuren over de volledige lengte
10,66-10,63
10,71-10,69: zandig silt.
Fijn (0,5 cm) golvende schuin zandlaagje op 10,82-10,80.
Zwarte verstoorde vlekken komen over het geheel voor.
Schelpfragmentjes (landslakken) - zeer kalkrijk.
11.00 - 12.00 m (100 cm)
23. Bruingrijs silt (micahoudend). Gradueel overgaand vanaf 11,30 naar grijs silt met enkele diffuse licht zandhoudende lenzen.
Vegetatierestjes (zeer fijne) zijn over het geheel verspreid.
Micahoudend.
Schelpfragmentjes + schelpen - zeer kalkrijk.
Graduele overgang met onderaan opnieuw bruingrijze kleur.
Diepte basis: 11,89 m.
24. Donkergrijs kleihoudend silt met enkele lichtgrijze diffuse siltlenzen.
Mn concreties + schelp - en schelpfragmentjes.
Zeer kalkrijk.
12.00 - 13.00 m (69 cm)
25. Humeuze groene klei met silexkeitjes aan de basis.
Gradueel overgaand vanaf 12,12 naar groene klei, sterk compact en fijn gevlekt wordend vanaf 12,16. Gebioturbeerd.
Vanaf 12,37 geoxideerde vlekken.
Grijs fijn zandige lens tussen 12,31-12,32.
13.00 - 14.00 m (100 cm)
26. Groene zeer compacte klei, bruin gevlekt met vanaf 13,30 glauconietaan- rijking die dikwijls geconcentreerd in discontinu subhorizontale laagjes voorkomt (effen tot golvend). Sporadisch discontinu laagjes tot lensjes van fijn zand.
Diepte basis: 14,0 m.
14.00 - 15.00 m (100 cm)
27. Groene zeer compacte klei met glauconietaanrijking tussen 14,09-14,23 en gevlekt over het geheel.
Scherpe schuine grens.
Diepte basis: 14,71 m.
28. Grijs compact silt met groene discontinu gebogen laagjes. Silexkeien aan de top. Vanaf 14,84 complex van groene klei met discontinu zandlagen met grote concentratie van keien. Het geheel is schuin gelaagd. De dikte van de zandlagen bedraagt gemiddeld 2 cm.
Diepte basis: 15,0 m.
15.00 - 16.00 m (100 cm)
29. groengrijze compacte klei met glauconietaanrijking, geconcentreerd in laagjes tot zones die doorgaans schuin gelegen zijn. Witte spots over het geheel verspreid.
Vanaf 15,62 schelpfragmentjes.
Sporadisch zwarte vlekken.
Diepte basis: 16,00 m.
------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0.00 - 12,00 m Kwartair
12,00 - 16,00 m(geboord) Tertiair
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR Frieda BOGEMANS
---------------------------------------------------------------------------