057W0205

57W (23/1) – 205 (IXb) - A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-08/183
Plaats/site: DENDERMONDE (BAASRODE)

Boring: B4 
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek			
Datum van uitvoering: 17/03/2009  
X: 137126,85 
Y: 191290,60	
Aanvangspeil: -0,28 			


	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 02/04/2009				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
G1	0,00-0,05	grof tot zeer grof slecht gesorteerd kleihoudend donkergrijs zand met kwartsgranulen en aderkwartskeitjes (0.5 cm), met steengruis (frisse splinters, afsprongen van tegels), met spikkels organisch materiaal (geen glauconiet)
G2	0,05-0,50	zelfde grof slecht gesorteerd kleihoudend zand, donkergrijs, rijk aan organisch materiaal (gespikkeld), met steengruis (frisse chertsplinters, mogelijk gesmolten steen, ook granietachtige gesteenten), sterke oliegeur
G3	0,50-1,00	grijs grof kwartszand (kwartskorrels zowel afgerond als hoekig), nog licht kleihoudend, zeer fijn donker gespikkeld, geen steengruis, nog oliegeur
G4	1,00-1,50	lichtgrijs grof, slecht gesorteerd kwartszand (minder grove korrels), licht slibhoudend, vrijwel zonder klei, fijn en matig donker gespikkeld (de fijnste donkere korrels organisch, de grotere zwarte glauconiet), nog lichte oliegeur
G5	1,50-2,00	blijft lichtgrijs fijn tot grof kwartszand, licht slibhoudend, niet kleiig, donker gespikkeld (organische korrels, glauconiet, fijne steenfragmentjes), met silexkeitjes, nog lichte oliegeur
G6	2,00-2,50	idem, lichtgrijs, slibhoudend slecht gesorteerd grof gespikkeld zand, niet kleihoudend, met wat meer silexrolkeitjes (tot 1-2 cm), lichte oliegeur
G7	2,50-3,00	+- zelfde zand, wordt geleidelijk zeer grof, minder gespikkeld, minder of geen keitjes, geen klei (kleeft niet)
G8	3,00-3,50	lichtgroenig grijs zeer grof zand, licht gespikkeld met steenfragmentjes, weinig slibhoudend, niet kleihoudend, oliegeur blijft merkbaar
G9	3,50-4,00	lichtgrijs grof kwartszand, zeer licht gespikkeld, mogelijk wat meer slibhoudend, maar nog niet kleiig (kleeft niet), steeds met oliegeur
G10	4,00-4,50	lichtgrijs fijn tot grof slecht gesorteerd, slibrijk zand, zeer licht kleihoudend, licht fijn gespikkeld, geen keitjes, nog oliegeur, met bruin slib
G11	4,50-5,00	zelfde zand, lichte oliegeur, al licht kleihoudend, met bruin slib
G12	5,00-5,50	+- zelfde matig grof grijs zand (iets donkerder gekleurd), slibrijk en licht kleihoudend, met wat fijne keitjes, nog oliegeur
G13	5,50-6,00	duidelijk kleurverandering: grijsgroen overwegend grof kwartszand (korrels blijven van zelfde oorsprong), wat meer donker gespikkeld, met fijne tot middelmatige glauconiet, zeer slibrijk en zeer licht  kleihoudend, veel minder oliegeur
G14	6,00-6,50	grijsgroen matig tot grof, licht gespikkeld zand (met matig tot zeer fijne rood verkleurde glauconiet), slibhoudend, bijna geen klei, blijft lichte oliegeur, tussen grove heldere kwarts ook grote heldere micaplaatjes (ook in bovenliggende monsters)
G15	6,50-7,00	bleker grijsgroen matig tot grof licht gespikkeld kwartszand, slibhoudend en zeer licht kleihoudend, groen zand is vrij goed gesorteerd
G16	7,00-7,50	bleker grijsgroen zeer grof slecht gesorteerd, licht fijn gespikkeld, slechts licht slibhoudend zand, met weinig verweerde silexkeitjes 1-2 cm groot, bijna geen oliegeur
G17	7,50-8,00	grijsgroen, grijs gevlekt, matig grof, meer kleihoudend zand, donkere vlekken bestaan uit venig kleiig zeer fijn zand, die fijn organisch slib afgeeft en venige geur (geen oliegeur meer)
G18	8,00-8,50	lichtgrijs overwegend grof kwartszand, licht gespikkeld, slibrijk en licht kleihoudend, met organische resten (planten)
G19	8,50-9,00	scherpe verandering: vaste groenig grijze, fijnzandhoudende stijve klei, met beige gekleurd verspreid schelpengruis, waaronder in-situ gecompacteerde en geplette schelpen, licht kalkhoudend
G20	9,00-9,50	zelfde stijve klei met schelpengruis (waaronder ook lensvormige nummulieten), met gestoorde laagvlakjes met donkerbruin organisch materiaal en fijne gele pyriettapijten
G21	9,50-10,00	lichtgrijze, meer plastische klei (nog meer waterhoudend), weinig fijn schelpengruis, met bioturbaties (graafgangen) gevuld met donker zandiger en organisch-rijker materiaal (klein verschil niet zeer uitgesproken)
G22	10,00-10,50	behoort tot zelfde afzetting: eerder beigegrijze plastische klei, vrij heterogeen, doortrokken door zandhoudende bleekgrijze of donkergrijze bioturbaties (afhankelijk van aanwezigheid van organisch materiaal), blijft licht kalkhoudend en met een weinig fijn schelpengruis
G23	10,50-11,00	blijft vaste zandhoudende plastische klei, groenig grijs met beigegrijze verkleuring, lijkt wat meer gehomogeniseerd (geen afgetekende bioturbaties)
G24	11,00-11,50	+- idem, toch met duidelijk herkenbare graafgangen, gevuld met zeer fijn kwartszand, van asgrijs tot zwartbruin gekleurd
G25	11,50-12,00	zelfde klei, groenig grijs, maar met banden vol donkere zandige bioturbaties, pyriethoudende zandtapijten, verspreid grover schelpengruis en verspreide vrij grove glauconietkorrels
G26	12,00-12,50	blijft groengrijze plastische zandhoudende klei, met weinig maar grote en frisse lobvomige glauconietkorrels, een weinig geplet schelpengruis, en wat donkerbruine zeer fijnzandige bioturbaties of tapijten
G27	12,50-13,00	beigebruine zandrijke plastische klei (zandtextuur), vol donkere ronde glauconietkorrels (van zeer fijn tot middelmatig in korrelgrootte), ertussen ook wat bioklasten (beigebruine kleur door sterkere oxidatie van meer poreuze klei)
G28	13,00-13,50	beigegrijze zandrijke gespikkelde kalkrijke klei (veel korrels bestaan uit bioklastengruis), kneedbaar maar niet meer plastisch door hoog zandgehalte (monster heeft duidelijk fijnkorrelige zandtextuur), zeldzame schelpfragmenten
G29	13,50-14,00	groengrijs sterk gespikkeld met glauconiet, zeer fijn tot matig fijn, kalkrijk kleirijk zand, rijk aan bioklastengruis
G30	14,00-14,50	beige middelmatig kleiig-mergelig zand, sterk gespikkeld met glauconiet, met grove lensvormige nummulieten en bioklastengruis van dezelfde grootte (1-2 mm) (monster lithotheek)
G31	14,50-15,00	terug groengrijs fijn tot middelmatig, fijn gespikkeld, eerder kleiig dan mergelig zand, blijft kalkrijk, met bioklastengruis
G32	15,00-15,50	bleekgrijs neigend naar beigegrijs fijn tot grof, slechter gesorteerd mergelig zand (eerder mergel dan kleihoudend), gespikkeld met ook grove glauconiet en fijn bioklastengruis, kleigehalte lijkt wat te variëren
G33	15,50-16,00	+- zelfde zand, beter gesorteerd tot matig fijn, mergelig, met dunschalige schelpfragmenten en wat grovere bioklasten, minder kleimergel, maar nog zeer vast en met steensplinters
G34	16,00-16,50	beige, overwegend middelmatig, licht gespikkeld mergelig kalkzand met bollen in vaster mergelig zand, met zowel middelmatige als zeer fijne tot silteuze korrels (mogelijk overeenhoudend met gebioturbeerde laag)
G35	16,50-17,00	iets groeniger, grover (van fijn tot matig grove korrels) en kwartsrijker (heldere kwarts), wat meer gespikkeld (met ook matig grove zwarte lobvormige glauconiet), licht mergelig zand met fijn bioklastengruis, nog opbollend (delen met meer mergelig-kleiig matrix), nog zeer vast en steensplinters
G36	17,00-17,50	grijzer, kwartsrijker, overwegend middelmatig, zwart gespikkeld zand, zeer weinig mergelig slib, met minder fossielgruis, waaronder Serpulabuisje, al wat losser gestapeld
G37	17,50-18,00	+- zelfde zand iets grover, grof middelmatig, weinig slibhoudend, met ook wat grover bioklastengruis, waaronder zand wat meer beige verkleurt

	
Informele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 02/04/2009				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0	0,50	Recent rivierslib met antropogene invloeden
0,50	8,50	Pleistoceen zand (rivierzand)
8,50	9,50	Formatie van Maldegem - Lid van Ursel (klei)
9,50	12,50	Formatie van Maldegem - Lid van Asse (klei)
12,50	14,00	Formatie van Maldegen - Lid van Wemmel (zand)
14,00	18,00	Formatie van Lede (zand)


??

??

??

??

B4 - pag 3/3	GEO-08/183
	Bijlage: