PL. GENT 55W
783 (VI)
Overgedrukt uit het Natuurwetenschapelijk Tijdschrift, 23e Jaargang, Nr. 6,
1941
Korte Bijdragen tot de Geologie van het Vlaamse Land (Uit het Geologisch
Laboratorium van 's Rijksuniversiteit te Gent) (8)
Boringen in de Brandweerkazerne, te Gent
door M.GULINCK (Gent)
21. Academiestraat, Brandweerkazerne (*)
Plan.
Begin maart 1941 werden in de binnenplaats van de Brandweerkazerne te Gent,
Academiestraat, vijf verkenningsboringen uitgevoerd door de firma H. Wal-
raeve. De gebruikte methode was die van het droge boren met beschermbuizen.
Het werk werd aangevat in een werkput van 15 m x 5 m, in de nabijheid van
het overwelfde Augustijenvaardeken (fig. 7). Het gemiddeld peil van de
begane grond is + 7.20. Het phreatisch oppervlak lag op ca 1,90m diepte.
De bereikte diepten waren :
Boring I 6,00 m
Boring II 6,50 m
Boring III 7,00 m
Boring IV 11,00 m
Boring V 11,00 m
Fig. 7.
Fig. 8.
-------------
(*) De nummering van dit waarnemingspunt sluit aan bij de "Korte
Bijdragen... 7". Natuurwet. Tijdschr. ., XXIII, blz 33-36, Gent, 1941.
-------------
Wij laten hierna de beschrijving volgen van Boring IV :
Diepte Beschrijving van de Monsters
2,00m Opgevulde grond.
2,50m Grijs zand met leem; organische stoffen en
zoetwaterschelpen
3,50m Groen-grijze leem met intercalaties van zand met
hoekige korrels; organische stoffen en zoetwater-
schelpjes
4,00m Id.
4,50m Id.
5,00m Id. doch meer zandig
5,50m Geel-grijs fijn zand met leem; organische stoffen en
zoetwaterschelpjes (Helix, Succinea).
6,00m Id.
6,50m Id., maar grover
7,00m Groen-grijs zand bestaande uit tamelijk goed afge-
ronde korrels; kalkhoudend maar zonder schelpen;
drijfzand.
7,50m Id.
8,00m Id.
8,50m Id.
8,70m Id.; doch grover
9,00m Grijze zandige leem, kalkrijk doch zonder schelpen.
De natte monsters zijn groenachtig.
9,50m Grijze leem, kalkrijk doch zonder schelpen.
10,00m Id.
10,50m Id.
11,00m Id.
Een monster van het drijfzand, op 8,50m diepte genomen, werd
granulometrisch onderzocht met behulp van een reeks standaard
Tyler-zeeven. Volgende resultaten werden bekomen (cfr. fig. 8):
Gewichts-% dat overblijft op de zeef met maasopening :
0,19% 0,417 mm
1,55% 0,295 mm
41,46% 0,208 mm
42,34% 0,147 mm
9,98% 0,104 mm
2,41% 0,074 mm
2,07% gaat door maasopening 0,074 mm
De andere boringen gaven geen noemenswaardige afwijkingen.
In Boring V werd op 7.00 m diepte, in grijs drijfzand, een
fragment van Cardium-schelp gevonden.
De boorprofielen geven aanleiding tot volgende interpretatie :
van 0 tot 6,50m diepte : Opgevulde grond, Remanié en Alluvium.
van 6,50 tot 6,50m diepte : Grijs drijfzand, behorende tot
de formatie gekend als "Sables pissards".
van 9,00 tot 11,00m diepte : Groen-grijze kalkrijke leem.
Daar nergens een basisgrint waargenomen werd, behoren al deze
lagen tot het Kwartair; de basis er van werd niet bereikt.