PL. GENT 55W
182 (VI)
R.TAVERNIER.- Natuurwetenschappelijke Tijdschrift. Gent, 1940,
Jaargang 21, Nr. 8, blz. 403
PARK
In Mei 1938 werden in het park nieuwe waterleidingen geplaatst
tussen de Astridlaan en het Museum voor Schoone Kunsten. Te dien
einde werden insnijdingen van 1.25 tot 1.50 m diepte gegraven. Zij
hebben bleek groen-geel, weinig kleiachtig zand aan den dag ge-
bracht, waarin plaatselijk fossielen voorkomen, namelijk rechtover
den Franschen tuin en den Rozentuin. Deze fossielen zijn grote
exemplaren van Cardita planicosta, die soms in zeer grote hoeveelheden
aanwezig zijn, Turritella Solanderi, Ostrea cymbula, kleine egels,
enz. Zonder twijfel behoren deze zanden tot de Cardita-zone van het
Boven-Paniseliaan.
Boven deze zanden komt er meestal remanié voor. Tussen het Feest-
paleis (Azalea Palace) en de Astridlaan, waar de helling van den
bodem vrij groot is, werd volgend profiel opgetekend :
Hoogte van den bodem : ca +17.
3. Remanié (waarin Nummulites variolaria) 0m30
2. Geel grijs, vrij grof zand zonder glauconiet, doch met
gecorrodeerde, soms gecacholoniseerde rolkeien van silex,
kleine witte kwartskeitjes, en zgn. "rijstkorreltjes";
sterk verweerde, licht gerubefieerde en gerolde tanden van
haaien en roggen, gerold fragment van Terebratula,
enz. 0.10-0.20
1. Bruin-groen glauconietzand, fijn van korrel (Paniseliaan)
Basis niet zichtbaar.
De term 2 beschouwen wij als Kwartair; de bestanddelen ervan
schijnen ten deele ontnomen te zijn aan de basis van het Lediaan.