PL. GENT 55W
F.HALET
157 (III)
Boringen (157-158) uitgevoerd opwaarts van de brug van Meulestede,
bouwen van een kaaimuur op den linkeroever van het kanaal van Gent naar
Terneuzen, voor Bruggen en Wegen, door M. BEHIELS te Wetteren.
Topographische ligging opgetekend door den Dienst van Bruggen en Wegen.
Plan 157-158.
Grondstalen verzameld door den aannemer.
Aanvang en einde der werken : Mei 1938.
Boringsmethode : zonder inspoeling
BORING 5
Hoogte van het maaiveld, boven de zeespiegel : + 4.09
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nr. m.
van tot
1 Bruin zwarte klei 0.00 0.50
2 Kleiachtig grijs bruin zand 0.50 1.00
3 Idem 1.00 1.50
4* Fijn grijs zand 1.50 2.00
5-7 Idem 2.00 3.50
8* Fijn kwartsachtig grijs zand 3.50 4.00
9-12 Idem 4.00 6.00
13* Kwartsachtig grijs zand 6.00 6.50
14-17 Idem 6.50 8.50
18* Idem met gerolde vuursteenen 8.50 9.00
19* Vast grijs-geel leem 9.00 9.50
20-25 Idem 9.50 12.50
26* Donker grijs leem 12.50 13.00
27* Grijs-groen leemachtig zand 13.00 13.50
28 Idem 13.50 14.00
29 Kwartsachtig grijs zand met gerolde vuursteenen 14.00 14.50
30* Kwartsachtig grijs zand met sporen schelpen 14.50 15.00
31-38 Idem 15.00 19.00
39.44 Zeer kwartsachtig grijs zand 19.00 22.00
45* Idem met sporen schelpen 22.00 22.50
46-49 Idem 22.50 24.50
50* Idem 24.50 25.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F.Halet, 29-3-1939):
Modern en Plistoceen : 25m
Diepte van het water, bij ruststand : 2.50