055W0117

PL. GENT 55W
F.HALET

117 (IX)

Puits tubé
exécuté à Zwijnaerde, au lieu dit "Nederzwijnaerde",
pour la Fabrique le "Sarga",
par M. Van Santen de Wetteren.
Repérage par E.Verdin, le 31-3-1931. Croquis.
Echantillons recueillis par le chef sondeur Claus.
Travaux commencés et terminés en mars 1931.
Mode de creusement: à l'injection.
Diamètre final: 140mm.
Mode de pompage: au compresseur.
Cote approximative de l'orifice: 7

Nos                  NATURE DES TERRAINS                     Profondeurs
                                                                mètres
                                                              de      à

1     Sable quartzeux gris                                    0.00   3.00
2     Idem                                                    3.00   6.00
3     Idem                                                    6.00   9.00
4     Idem                                                    9.00  12.00
5     Idem                                                   12.00  15.00
6     Idem                                                   15.00  18.00
7     Idem                                                   18.00  21.00
8     Idem                                                   21.00  24.00
9     Idem                                                   24.00  27.00
10    Sable très fin, gris-verdâtre                          27.00  30.00
11    Idem                                                   30.00  33.00
12    Argile grise                                           33.00  36.00
13    Débris de grès, de silex, de coquilles (Turritelles)   36.00  39.00
14    Argile grise                                           39.00  42.00
15    Sable très fin, gris                                   42.00  45.00
16    ARgile grise                                           45.00  51.00

Indéterminable.


Analyse de l'eau, puits no 1, faite le 3-4-1933.

Avant filtration: eau relativement limpide, assez nombreux flocons blancs   
                  en suspension.
Après filtation:  eau limpide.

                  Sur eau brute:

Résidu sec:       394.00 mgr. par litre
Résidu fixe:      345.00 mgr. par litre
Si02:             16.60  mgr. par litre
A1203:            26.50  mgr. par litre
Fe203:            0.50   mgr. par litre
CaO:              28.66  mgr. par litre
MgO               28.21  mgr. par litre
S03               20.237 mgr. par litre
NaCl:             55.57  mgr. par litre
Cl:               33.709 mgr. par litre
Na20              213.63 mgr. par litre
Titre hydrotim.: 11
Titre alcalimétrique au méthylorange: 51 cm3 H2SO4 N/10 mgr. par litre

CO2:              4.4 mgr. par litre
N03:              1.2 mgr. par litre
N02:              absence
NH3:              absence
pH = 7.2
Matières organiques: 31.258 mgr.
Matières en oxygène:  1.58  mgr.   

Examen microscopique des matières en suspension zooglées ou gelées en forme
de filaments formées de petits micrococcus immobiles absence de myceliums
de champignon.

---------------------------------------------------------------------------

PL. GENT 55W

117 (vervolg)

A.HACQUAERT.- Natuurwetenschappelijk Tijdschrift. Gent, 21e Jaargang,
Nr.4-5, 1939, blz. 123-124.

                        Boring te Zwijnaarde-Brug.

Aan het Academisch Ziekenhuis komt het Tertiair praktisch onmiddelijk onder
het maaiveld, op het peil +9m. Dit is niet het geval meer naar het Zuiden,
waar de Schelde een diepe thalweg heeft opgevuld, zoals blijkt uit enkele
boringen. Aan het speelplein "Désiré Cnudde", precies aan de grens van
Gent, op ongeveer 500m ten Oosten van den Zwijnaardschen Steenweg, heeft
men het basisgrint van het Kwartair aangetroffen op 12m diepte, 't zij op
het peil + 5m(1). Nog verder zuidwaarts, aan het gehucht Nederzwijnaarde,
op 350m ten Noorden van het sluisje van het Kanaal van Zwijnaarde, op 2 Km
ten Zuiden van het Academisch Ziekenhuis, werd in 1931 door de firma Van
Sante, uit Wetteren, een put geboord voor de fabriek Sarga. Monsters van
dien put zijn in het Geologisch Laboratorium bewaard (2). Alhoewel ze verre
van volmaakt zijn, meen ik dat men er volgend boorprofiel kan uit afleiden:

                           Maaiveld op ca + 7m.

Nr                   Beschrijving                             Diepten

1. Geel-grijs en bruinachtig zand                             0 tot  4m
2. Grijs, licht kalkhoudend zand                              4 tot 15m
3. Zelfde zand met enkele grovere korrels en met stukjes
   van Turritella, Ditrupa, Nummulites                       15 tot 20m
4. Stukken vuursteen, platte kwartskeitjes, één rose
   kwartskeitje, verweerd glauconietzandsteen; grote 
   gerolde Turritella's; gerolde Solarium, haai- en
   roggetanden                                               20 tot 23m
5. Grijze, licht-zandige klei                                23 tot 27m
6. Fijn glauconietzand                                       27 tot 36m

                              Interpretatie:

De termen 1 tot 4 van dit profiel behooren tot het Kwartair; de termen 5 en
6, tot het Ieperiaan, facies "Zand van Ieper". De basis van het Kwartair
zou hier dus op het peil - 16m voorkomen.

-------------------
(1) Volgens de interpretatie van F.HALET in de Archieven van de 
    Geologischen Dienst, te Brussel (Dossier 55-g, Gent; Nr 138). 
    Medegedeeld met de toestemming van prof. Renier, Hoofd van den Dienst.

(2) Monsters werden eveneens naar den Geologischen Dienst, te Brussel,
    gezonden. In de Archieven van dezen Dienst draagt bewuste put het
    nr 117 (dossier 55-g, Gent). De boring werd met waterinspoeling 
    uitgevoerd en de monsters werden niet met zorg verzameld, zodat het
    niet mogelijk was er een behoorlijke interpretatie van te geven (het
    basisgrint van het Kwartair zou, volgens de beschrijving der monsters
    door F.HALET, op 39m diepte voorkomen!). De monsters die in Gent
    berusten schijnen beter te zijn en geven een vrij duidelijk en logisch
    boorprofiel.