PL. BALEN 46E AARDKUNDIGE DIENST
P.LAGA VAN BELGIE
221 EEN FOSSIELHOUDENDE ZANDSTEEN
IN DE ZANDEN VAN DIEST TE OLMEN
(ANTWERPSE KEMPEN)
Langs het kanaal van Kwaadmechelen naar Dessel (fig. 1)
worden thans verbredingswerken uitgevoerd.
Te Olmen (kaartblad Balen, nr 46 E), tussen de brug
nr. 7 en nr. 8 worden die werken sterk bemoeilijkt door
de aanwezigheid van een harde zandsteenbank, op een
diepte van 2 tot 3 m onder het maaiveld (1).
Deze zandsteenbank is ongeveer 1 m dik, en bestaat uit
hardere en zachtere gedeelten. De aanwezigheid kon met
zekerheid vastgesteld worden gedurende de werken tussen
de brug nr. 8 (top van de zandsteenbank op 28,40 m) en
de Grote Nete (top van de zandsteen bank op + 21,50 m).
De laag helt dus zachtjes naar het noorden
(7 m op 2.300 m, fig. 2).
De aanwezigheid van deze zandsteenbank was niet bekend.
M. Mourlon (1896) vermeldt nochtans in drie boringen ten
westen van Olmen (boringen nr. 22, 26, 29, fig. 1) een
"grès non percé" die vermoedelijk met deze zandsteenbank
overeenstemt.
Deze zandsteen kon niet in ontsluiting waar genomen
worden ; enkel blokken werden bovengehaald. Het is een
groengrijze en bruine glauconiethoudende tamelijk
grofkorrelige zandsteen. Het bovenoppervlak van de zand-
steenbank is groengrijs gekleurd, en vertoont graafsporen
van organismen, kenmerkend voor de Zanden van Diest.
Binnenin is de zandsteen donkerbruin.
Het bindmiddel van de zandsteen bestaat hoofdzakelijk uit
sideriet (analyse uitgevoerd door R. VAN TASSEL).
De slijpplaatjes laten goedgevormde kristallen zien, wanneer
de zandsteen nog poreus is (foto 1).
Zandsteenstukken, aangetroffen in een viertal boringen
langs het Albertkanaal te Kwaad-Mechelen (46 W nr 224;
46 E nr 192, 195, 196) werden ook i n slijpplaatjes
onderzocht.
Sideriet is eveneens een belangrijk bestanddeel van het
bindmiddel. De aanwezigheid van siderietkorrels in de
Zanden van Diest van de Kempen werd reeds vermeld door
JANS en VAN CALSTER (1962). Sideriet is trouwens een vaker
voorkomend mineraal in de neogene afzettingen
(VAN TASSEL, 1964).
Enkele blokken zandsteen hebben betrekkelijk mooie afdrukken
en steenkernen van mollusken opgeleverd. Deze konden in de
mate van het mogelijke gedetermineerd worden als:
Scaphella sp. (foto 2)
Glossus humanus (L.)
Glycymeris lunulata baldii GLIB. & VDP.
( =Pectunculus pilosus)
Astarte sp.
Pecten sp.
Naast deze afdrukken van fossielen, werden ook stukjes hout
in deze zandsteen aangetroffen. Een microfauna, zoals
foraminiferen of ostracoden, werd niet gevonden.
M. GLlBERT (1963) resumeert alle fossielen-vindplaatsen
van de Zanden van Diest. In de omgeving van Olmen werden
te Meerhout-Eindhout (R. STORMS, 1883), te Kwaad-Mechelen
(R. STORMS, 1885) en te Eindhout (E. VANDEN BROECK, 1884)
eveneens fossielen aangetroffen. De te Olmen gevonden
species werden alle reeds vermeld in de hierboven aangegeven
vindplaatsen.
(1) Dit werd ons medegedeeld door Ir. ALARD.
Bull.Soc. belge, Géol., Paléont., Hydrol. T.81, Fasc. 3-4,
pp. 251-254, Bruxelles 1972
Bull. Belg. ver. Géol., Paleont., Hydrol. V.81, deel 3-4,
blz. 251-52, Brussel 1972
Het monster, met afdrukken van fossielen, afgebeeld op foto 2,
is bewaard in de collecties van de Aardkundige Dienst.