PL.BALEN 46E Aardkundige Dienst
M.GULINCK van België
219 (I) Filterput
Uitgevoerd te MOL
bij de Dr. ARIEN, Heidehuizen
door de N.V. SMET uit DESSEL
datum : oktober 1969
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS
de 25/8/1970
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende doormeters : 2" - filter : idem
grondswaterstanden : bij ruststand : 2.00 m
tijdens het pompen : 9.00 m
met een debiet van 2.400 l/u
Hoogte van het maaiveld : 27
Totale diepte : 140 m.
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
1-4 Bleek kwartsig zand 4.00
5-12* Fijn bleekgrijs, licht glauconiethoudend zand 12.00
13-20 idem, ongev. roestig geworden 20.00
21-40* Heteromorf glauconietrijk zand 40.00
41-65* Doorgaans grof glauconietrijk zand 65.00
66-68 idem 68.00
69-72 Fijner, donkergroen glauconietrijk zand 72.00
73-100* Grof glauconietrijk zand 100.00
101-120* groen zwart zeer glauconietrijk, heteromorf zand 120.00
121* Fijn zwart, glauconietisch zand 121.00
122-124 idem 124.00
125-128* idem 128.00
129-132* idem, heteromorf, wat fijn schelpgruis 132.00
133-136* groengrijs, glauconietrijk zand, fijn doch
tamelijk heteromorf, wat zeer fijn schelpengruis 136.00
Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - 16.X.1970
Zanden van Mol: 0.00 - 4.00
Kasterliaan facies: 4.00 - 20.00
Diestiaan: 20.00 - 120.00
Antwerpiaan: 120.00 - 136.00