042E0212
PL: TEMSE (42 oost) AARDKUNDIGE DIENST VAN BELGIE
M. Gulinck
212(IX b) BORING - No 1
uitgevoerd te Wintham.
voor de S.G.B.
door N.V. SMET - Dessel (Mol).
Datum 1965
Topographische ligging opgetekend door
Grondstalen verzameld door de boormeester : Borgers R.
Boringsmethode :
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : door de eerste maal waargenomen :
bij ruststand ; tijdens het pompen
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : +2.00
Totale diepte: 80 m.
Monster Diepte Dikte Stalen op Beschrijving
nr basis m m
1 1 1,00 - bruinzwart alluviaal,klei-
houdend leem - planten.
2 2 1,00 - id.
3 3 1,00 3,00 45 cm veenachtige
alluviale klei
15 cm grijsbruin klei-
houdend fijnzand.
40 cm bleek groengrijs
fijn silthoudend zand.
4 4 1,00 4,00 bleek groengrijs fijnzand,
glauconiethoudend, homo-
geen (geen structuren).
5 5 1,00 15 cm idem.
4,20 op 20 cm leemlaag van 5 cm
4,40 op 80 cm bleek grijsgroen
fijnzand
80-85 cm leemrijke zone
basis : 5 cm groengrijze
leem.
6 6 1,00 5,05 6 cm : groengrijs leem
(licht zandhoudend.
5,20 6 - 40 cm : fijn homogeen
zand (eerst licht bruin-
achtig dan grijs)
5,40 40 - 52 cm : grijszwart
leem (gaat geleidelijk
over naar onderliggende
zandlaag).
5,60 52 - 75 cm : fijn grijs
homogeen zand, zwak mica-
houdend.
75 - 80 cm : fijn zand-
houdend leem
80 - basis : fijn grijs-
groen zand.
7 7 0,75 6,70 grijsgroen fijnzand mica-
6,80 houdend, goed gelaagd,
aan de basis enkele veen-
sporen.
8 8 0,60 7,80 grijsgroen zand met op 20
cm : 2 cm leemhoudende
zone, iets veenachtig.
op 51 cm : 5 cm leemachtig
in zandmasse : veensporen.
9 9 0,80 8,50 0 à 30 cm : grijs groen-
achtig zand; iets leem-
houdend aan de top (nrs 20
en 26: vrij grof) scherp
contact.
30 - 40 cm : groen grijs-
achtig leem (met veen-
resten).
40 - 55 cm : grof zand met
grote en klei stukken
septaria's (soms gerold),
verschillende kleine
pyrietbuisjes, veel grof
kwarts, pyrietconcreties.
8,60 55 - 60 cm : grijsgroen
fijnzand.
60 - 70 cm : grijs groen-
achtig leem.
8,80 70 : grijs groenachtig
zand, helemaal aan de
basis enkele glanzende
vuursteenkeien.
10 10 1,00 9,10 Aan de top brokken
septaria's.
9,50 grijs bruinachtig fijn
micahoudend silt.
11 11 1,00 10,50 id., iets kleihoudend
(kleihoudend silt).
1,00 10,95
12 12 1,00 11,50 +/- kleihoudend silt, eerst
11,95 grijsgroen tot helft, dan
grijsbruin.
13 13 1,00 12,50 +/- kleihoudend silt (grijs-
12,95 bruin)
14 14 1,00 13,50 id.
13,95
15 15 1,00 14,50 grijsbruin +/- kleihoudend
14,95 silt, fijn micahoudend.
16 16 0,90 15,50 id.,(enkele gastropoden
15,95 aan de basis).
17 17 1,00 16,50 id., sporadisch kleine
16,95 "cardita's"
18 18 1,00 17,50 grijsbruin silt, fijn mica
17,95 houdend, talrijke cardita
19 19 1,00 18,50 grijs groenachtig +/- klei-
18,95 houdend fijn zandhoudend
silt, marcassiet concre-
ties aan top, onregel-
matig glauconiethoudend,
geen kalk.
20 20 1,00 19,50 0 - 30 cm : id. voorgaande
19,95 30 - 100 cm : grijs groen-
achtig kleihoudend (on-
regelmatig) fijnzand;
enkele schelpjes aan de
basis.
21 21 1,00 20,50 fijn sterk kleihoudend
zand, glauconiethoudend,
grijsgroen, sporadisch
schelpen.
22 22 1,00 21,50 fijn grijsgroen, onregel-
21,95 matig kleihoudend zand,
meer siltachtig aan de
basis.
23 23 1,00 22,50 id.
22,95
24 24 0,75 23,50 id., iets minder kleihou-
23,95 dend,niet kalkhoudend.
25 ontbreekt
26 26 1,00 25,50 grijsgroen fijn homogeen
25,95 zand, geen kalk.
27 27 0,95 26,50 grijsgroen fijn homogeen
26,95 zand (niet kalkhoudend).
28 28 0,85 27,50 0 - 55 cm : id.
27,95 55 - basis : grijs groen-
achtig silt, fijn micarijk
29 29 1,00 28,50 grijs groenachtig, fijn
28,95 micarijk silt.
30 30 1,00 29,50 grijs groenachtig fijn
29,95 micarijk silt met donker-
grijze vlekken (vermoede-
lijk amorfe pyriet).
31 31 0,80 30,50 grijs groenachtig zeer
30,95 harde silthoudende klei
30,25 met kleine bleke vermicula
ties (geen kalk) aan de
top, brede tubulatie, ge-
vuld met zwarte silt.
32 32 1,00 31,10 grijsgroen kleihoudend
zand,bioturbatie structuur
31,50 zeer sterk kleihoudend aan
de top (+/- 20 cm).
33 ontbreekt
34 34 1,00 33,50 groen sterk kleihoudend
33,95 zand.
35 35 34,95 id.
36 36 0,70 35,40
35,80 0 - 5 cm :laag donkergrijs
sterk heterom iets klei-
houdend zand.
5 - 11 cm: grijze zeer
vaste schilferachtige klei
met perforaties gevuld
door bovenliggend zand.
vanaf 11 cm : groene zeer
harde schilferachtige klei
fijn micahoudend.
37 37 1,00 36,20 groene zeer harde silteuze
klei.
36,95 op 30 cm : groenachtig
zeer harde silthoudende
klei geleidelijk overgaand
naar groenachtig fijn zand-
houdend silt.
op 10 cm aan de top :
laagje van 2 cm zeer fijn
gelaagd bleekgrijs zand
met groen silt intercala-
tie.
Doorheen de massa, donkere
vlekken (amorfe pyriet)
in het midden : 1 visschub
38 38 1,00 37,50 groen, sterk kleihoudend
zand met markasietconcre-
ties in het midden.
39 39 0,95 38,50 grijsgroen kleihoudend
38,95 zand.
40 40 0,60 39,95 fijn grijsgroen onregelma-
tig kleihoudend zand.
41 ontbreekt
42 42 1,00 41,50 fijn grijsgroen licht
41,95 kleihoudend zand.
43 43 1,00 42,50 duidelijk groen kleihou-
42,95 dend zand, wordt aan de
basis sterk glauconiethou-
dend, gebioturbeerd.
44 44 1,00 43,40 0 - 50 cm : glauconietrijk
kleihoudend zand, sterk
gebioturbeerd, glauconiet
onregelmatig verdeeld.
43,70 50 - 75 cm : zeer fijn,
iets kleihoudend zand,
steeds gebioturbeerd.
43,95 75 m : grijsgroene harde
silthoudende klei met
talrijke bleke vermicula-
ties.
45 45 1,00 44,50 grijs groenachtig klei-
44,95 houdend silt, fijn mica-
houdend, geleidelijk over-
gaand naar zeer fijn
siltueus kleihoudend zand,
gebioturbeerd.
46 46 1,00 45,50 grijsgroen zeer fijn
45,95 silteus zand, iets klei-
houdend, talrijke bleke
vermiculaties.
47 47 1,00 46,50 grijsgroen zeer silteus
46,95 zand, kleihoudend, met
bleke vermiculaties, gaat
geleidelijk over naar zeer
harde groene silthoudende
klei met talrijke vermicu-
laties.
48 48 0,85 47,50 groene zeer harde schilfer
47,95 achtige klei, talrijke
fijne bleekgrijze vermicu-
laties en enkele wit-
achtige vertakte vermicu-
laties.
49 ontbreekt
50 50 0,85 49,95 groene zeer harde klei met
talrijke grijze en zwarte
vermiculaties.
51 51 0,90 50,95 id.
52 52 0,95 51,95 id.
53 53 1,00 52,95 id., maar vanaf 70 cm
wordt het geleidelijk zand-
houdend.
54 54 1,00 53,50 groene siltrijke klei,maar
53,95 wordt terug zeer harde
groene klei vanaf 60 cm
met bleekgrijze en zwarte
vermiculaties.
55 55 1,00 54,50 groen fijn vast sterk maar
54,95 onregelmatig kleihoudend
zand, glauconiethoudend
zwarte vlekken (vermoede-
lijk amorf pyriet)
56 56 1,00 55,50 0 - 20 cm : groene vaste
klei met groenachtig zand
vermengd, geen kalk.
56,00 20 - 85 cm : groenachtig
fijnzand, onregelmatig
kleihoudend, geen kalk.
85 - 110 cm : groengrijs
fijnzand, geen kalk.
57 57 1,00 ontbreekt
58 58 1,00 57,50 grijsgroen fijn kleihou-
57,95 dend zand.
59 59 1,00 58,50 id., stukje been
60 60 1,00 59,40 0 - 80 cm : fijn groen
onregelmatig kleihoudend
zand (op 25 cm en 50 cm
grillige kleilenzen; bio-
turbatisch) gans onderaan,
lensjes zwartachtig zand.
80 - basis : groene zeer
harde schilferachtige klei
met pyrieteuse draadjes.
61 61 0,90 60,90 groene zeer harde schilfer
achtige klei met kleine
zwarte en grijze stip-
peltjes.
62 62 1,00 61,90 id., maar in bovenste
delen, zeer dunne grillige
zandlensjes, talrijke
bleekgrijze vermiculaties.
63 63 1,00 62,90 zelfde klei maar vanaf 60
62,20 cm zandhoudend en met veel
glauconietrijk; in de
harde klei talrijke
pyriteuse vermiculaties.
64 64 1,00 63,20 0 - 30 cm : groene zware
klei, zand en glauconiet-
houdend, sterk gebiotur-
beerd.
63,50 30 - basis : groene zeer
harde klei met talrijke
bleke vermiculaties, dik-
wijls vertakt; plaatselijk
zeer dunne bleekgrijze
siltlaagjes (filmpjes),
sporadisch visschubbertjes
onregelmatig glauconiet-
houdend.
65 65 ontbreekt
66 66 1,10 65,90 0 - 30 cm : groene zeer
harde klei, bleekgrijze
turbulaties, enkele
nestjes donkergroene
glauconiet
65,40 30 - 60 cm : zelfde klei
maar zandhoudend en glau-
conietrijk (zeer onregel-
matig verdeeld + opvulling
van turbulaties).
60 - 1,10 : groene zeer
harde schilferachtige klei
(pyrietdraadjes), talrijke
kleine vermiculaties.
67 67 1,00 66,90 zeer harde groene klei,
met sporen van schelpen
met Amusium Corneum (spo-
radisch), pyriet draden
enkele verticale glij-
spiegel.
68 68 1,00 id., talrijke Amusium
corneum.
69 69 1,00 0 - 80 groene zeer harde
klei, sporadisch schelpen
68,90 80 - 100 grijsgroene harde
klei met onregelmatig ver-
deeld glauconiet.
70 0 - 40 : groene harde klei
iets zandhoudend met
nestjes glauconiet.
69,70 40 - 75 : id., meer zand-
houdend (rond 40 cm en 70
cm locale accumulaties van
donkergroene, zwarte glau-
coniet).
69,90 75 - 1,00 : opnieuw groene
harde klei met talrijke
bleekgrijze en zwarte
vermiculaties (sporadisch
Amusium corneum).
71 71 1,00 70,50 0 - 30 : groene zeer harde
klei met enkele zwarte en
grijze vertakte vermicula-
ties.
30 - 70 : geleidelijk meer
zandhoudend met nestjes
zwarte glauconiet.
70,90 70 - 100 : sterk kleihou-
dend groen zand, glauco-
nietrijk.
Naar de basis "Nummulieten"
pyrietconcreties. Amusium
corneum enkele grove
kwarts korrels.
72 72 1,00 71,20 grijsgroen glauconietrijk
71,30 iets kleihoudend fijnzand,
talrijke Nummulieten.
71,45 op 71,45 : een laagje van
71,60 4 cm zeer glauconietrijk
71,90 met gebroken schelpen
73 ontbreekt
74 74 0,90 73,10 grijsgroen zeer onregel-
73,50 matig kleihouden fijnzand
(sterk kleihoudend zand
60 cm en aan de basis)
zeer talrijke nummulieten
vooral tussen 40 en 60 cm
en tussen 75 en 85 cm
75 75 0,75 74,20 45 cm zeer fijn grijs
74,50 groen zand, zwak kleihou-
74,90 dend, talrijke nummulieten
15 cm zandsteen/10 cm fijn
groen zand + nummulieten.
76 76 0,65 75,50 fijn grijsgroen zand, tal-
rijke Nummulites variolo-
rius.
77 77 0,40 76,80 id., aan de basis brokken
zandsteen.
78 78 0,55 77,90 fijn grijs zand met Nummu-
lites variolorius en zand-
stenen.
79 79 0,60 78,90 fijn grijsgroen glauconiet
houdende zand met nummu-
lieten.
80 80 0,70 79,90 id.
Interpretatie (mv + 1.0 m)
0 9.5 kwartair
9.5 19.3 (23) Lid van Belsele-Waas
19.3 27.5 Zand van Ruisbroek
27.5 37.5 Klei van Onderdijke
37.5 43.7 Zand van Buisputten
43.7 55.2 Klei van Zomergem
55.2 59.8 Zand van Onderdale
59.8 71.5 Klei van Ursel/Asse
71.5 79.9 Formatie van Lede
Geert De Geyter