028W (Antwerpen 15/3) - 983 (IIId) - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-13/060
Plaats/site: Antwerpen
Boring: B178
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering: 30/08/2013
X: 153946
Y: 215349
Aanvangspeil: 9,40 m
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 16/10/2013
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,00-0,50 grote brokken porfier- grof granulaat
G2 0,50-1,00 gebroken keien (granulaat) van porfier, kalksteen, zandsteen, in bruin aanvulzand met fijn baksteengruis
G3 1,00-1,50 groengeel middelmatig zeer licht gespikkeld scherp zand, zeer licht slibhoudend en kalkhoudend
G4 1,50-2,00 zelfde kalkhoudend en licht slibhoudend zand met grote brokken granulaat en vermalen baksteen
G5 2,00-2,50 bleekgrijs geel zelfde zand, middelmatig, licht slibhoudend en kalkrijk, met weinig baksteengruis en hard steenkoolbrokje
G6 2,50-2,70 zelfde bleekgrijsgeel middelmatig tot matig-grof licht gespikkeld scherp zand (geen glauconiet, maar steen- en/of houtskoolfragmentjes tot 1 mm), kalkrijk, geel slibhoudend
G7 2,70-3,00 facieswijziging: donkergrijsbruin geoxideerd, intern donkerblauwgrijs, kleihoudend heterogeen kwartsrijk zand (korrels tot 1 mm) met schelpengruis, kalkhoudend
G8 3,00-3,50 opnieuw facieswijziging (bovenliggend monster dient duidelijk als deklaag voor een stort): zwartgrijs heterogeen zand, sterk donkergespikkeld, stofferig, licht kleihoudend, kalkhoudend, sporen van fijn schelpengruis; vermengd met ronde steenslagkeitjes, bestaande uit zandsteen en kwarts, maar zwart geteerd
G9 3,50-3,70 +/- idem, nog meer kleihoudend, met zelfde keitjes (tot 2 cm) ingebed in donker klei- en kalkhoudend zand; donkere kleur vermoedelijk te wijten aan organische verbindingen
G10 3,70-4,00 wordt iets bleker bruingrijs kleiig heterogeen kalkrijk zand rijk aan grof schelpengruis [al dit kleiig zand met schelpengruis is verplaatst zand uit de top van de formatie van Lillo]; vermengd met keien (zandsteen, tot 4 cm) en baksteengruis
G11 4,00-4,20 blauwgrijs, bruingrijs oxiderend kleiig kalkrijk heterogeen zand met schelpengruis; vermengd met baksteengruis en grote brokken mortel
G12 4,20-4,50 facieswijziging: beigegrijs heterogeen kwartsrijk (geen glauconiet) kalkrijk, licht slibhoudend zand, kalkgehalte door kalkpartikels; geen herkenbaar schelpengruis
G13 4,50-5,00 snelle, onnatuurlijke facieswijzigingen: groen kleiig, opvallend donker gespikkeld heterogeen zand (zowel kwarts als glauconiet van wisselende korrelgrootte, van zeer fijn tot grof); rijk aan fijn schelpengruis; met baksteenbrokken; uitgesmeerde lichtgroene klei van geplette glauconiet; dik geelbruin kleiig slib
G14 5,00-5,10 donkergrijs kleihoudend - donkerbruingrijs wanneer meer kleiig - heterogeen zand, kwartsrijk (weinig glauconiet, korrels), met fijn schelpengruis; kalkhoudend; geeft rioolgeur bij verzuring; klei is meer kleverig
G15 5,10-5,50 mengeling van donkergrijze zeer fijne (geen zandbijmenging) goed kneedbare klei, bevat organisch materiaal, kalkloos, zonder rioolgeur bij verzuring; en van bruine sterk heterogene sterk grof kwartszandhoudend kleiig veen vol plantenresten (turfachtig), met schelpengruis en met baksteenbrokjes
G16 6,00-6,20 5.50 tot 6 m: ontbreekt
+/- idem, blijft heterogene afzetting, met groot overwicht aan donkergrijze klei, licht zandhoudend, overgaand in bleekgroengrijze slappe klei, blijft kalkloos, blijft vermengd met roodbruin oxiderend zandig-kleiig veen vol plantenresten (veel wortels), weinig schelpengruis
G17 6,20-6,50 plotse wijziging naar bleekgroengrijs licht kleiig overwegend fijn maar toch heterogeen kwartszand (met weinig weliswaar zeer grove korrels), sterk bleekgeelbruin oxiderend; klei is kleverig en geeft weinig slib af, kalkloos
G18 6,50-6,70 wordt groen sterk kleiig heterogeen (van korrelgrootte) kwartszand, met venige plantenresten (voornamelijk wortels), kalkloos; roodachtig beige oxiderend (wijst op antropogene invloed); zandtextuur maar klei-reactie
G19 6,70-7,00 blauwig grijs kwartsrijk, zeer licht met glauconiet gespikkeld (maximum enkele %) kleiig zand (minder klei dan bovenliggend monster), vol fijn schelpengruis (tot op korrel niveau, ook grotere schelpfragmenten), daardoor sterk kalkrijk (kalkzand), licht slibhoudend met roodachtig bruin oxiderend slib; [ondanks kleigehalte voelt dit toch aan als een echt zand, het eerste dat natuurlijk lijkt]
G20 7,00-7,50 grijs heterogeen slibrijk kalkzand vol schelpengruis; kleihoudend maar klei is sterk mobiel [gaat gemakkelijk in suspentie, geen kleef], bleekbruin oxiderend
G21 7,50-8,00 donkerder grijs kalkzand, blijft licht kleihoudend maar klei is iets meer kleverig; licht glauconiethoudend (5 %)
G22 8,00-8,50 zelfde zand, echter meer kleihoudend
G23 8,50-9,00 idem, eerder donkergrijs kleiig (zowel licht kleverig als slibrijk met grijs slib), overwegend matig-fijn licht gespikkeld (5 % glauconiet) zand, rijk aan kalkpartikels (kalkzand), maar weinig .grover. schelpengruis; zand blijft heterogeen met sporadisch zeer grove kwartskorrels
G24 9,00-9,50 +/- idem, iets meer kleef, dus wat kleirijker
G25 9,50-10,00 wordt donkerder grijs en kleirijk (sterke kleef) zelfde zand
G26 10,00-10,50 idem (monster is wel water verzadigd)
G27 10,50-11,00 idem, met geleidelijk meer en grover gevarieerd schelpengruis
G28 11,50-12,00 11.00 tot 11.50 m: ontbreekt
wordt grijze zandrijke klei vol grof schelpengruis (duidelijke klei-reactie, maar schelpen voldoende groot en dik omweerstandbiedend te zijn bij penetratie)
G29 12,00-12,50 idem, klei wordt iets blekergrijs (hoger kalkgehalte?)
G30 12,50-13,00 +/- idem, maar wordt eerder kleirijk zand (lichte overgang); zand blijft heterogeen maar overwegend matig-fijn, licht glauconiethoudend (circa 10 % tov kwarts, dus veel lager tov globale samenstelling), nog steeds veel kalkpartikels, en grover schelpengruis
G31 13,00-13,50 idem, kleirijk zand
G32 13,50-14,00 facieswijziging: beigegrijs mergelig zand vol schelpengruis, rijk aan kalkslib; vol kalkbioklasten, vermengd met wat zeer grove heldere kwartskorrels; geen kleverige klei aanwezig; met donkere afgeronde fosfaatgranule (tot 0.50 cm lang)
G33 14,00-14,50 idem, geen fosfaatkeitjes gezien; wel vlekken in slap mergelig kleiig silt; kwarts is zeer grof (2 mm)
G34 14,50-15,00 formatiegrens: scherpe overgang naar donkergrijs slibrijk (bleekgrijs slib, geen kleverige klei) beter gesorteerd matig fijn, glauconiethoudend (> 10 %) kalkhoudend zand, met veel kalkbioklasten en wat grover schelpengruis; duidelijk overwicht zand op kalkpartikels
G35 15,00-15,50 zelfde zand, blijft kalkrijk ondanks verminderd schelpgehalte; blijft slibrijk maar geen kleverige klei; met complete Lucina-schelp (1.50 cm) en buisjes van kalkkokerwormen; ook een dunne maar lange wortel [is er een paleosol op 14.50 m?!?]
G36 16,00-16,50 15.50 tot 16.00 cm: ontbreekt
donkergrijs middelmatig, goed gesorteerd zand (met grovere gemiddelde korrelgrootte), kleivrij maar slibhoudend, licht kalkhoudend, glauconiethoudend (20 %), met weinig fijn schelpengruis en kalkbioklasten; met bruin oxiderend zeer mobiel slib (blijft zo tot aan top.Boomse klei)
G37 16,50-17,00 idem (zand blijft toch nog licht heterogeen van fijn tot middelmatig, kwarts blijft helder doorzichtig) [mogelijk hoge penetratieweerstand wegens aanwezigheid van grof schelpengruis in dit interval]
G38 17,00-17,50 +/- idem, wordt slibrijker; hoeveelheid fijn schelpengruis lijkt toe te nemen
G39 17,50-18,00 zelfde zand ]penetratieweerstand zou moeten afnemen wegens minder grof schelpengruis]
G40 18,00-18,50 zelfde zand, terug wat meer grof schelpengruis; blijft licht kalkhoudend
G41 18,50-19,00 facieswijziging: wordt grover, gemiddeld middelmatig, van fijn tot matig grof, glauconietrijker (circa 40 % glauconiet, even grof als kwarts), weinig fijn schelpengruis maar zeer veel grove schelpfragmenten (Glycymeris); blijft licht kalkhoudend
G42 19,00-19,50 idem, nog rijk aan grof schelpengruis
G43 19,50-20,00 lichte facieswijziging: wordt donkergrijs matig-grof glauconietrijk (50 %) slibhoudend zand met weinig fijn schelpengruis [mogelijk minder penetratieweerstand]; slechts zeer licht kalkhoudend
G44 20,00-20,50 heterogeen monster, voornamelijk zwartgrijze fijnzandrijke klei, kleverig maar niet kneedbaar; slappere donkergroengrijze siltige klei; en donkergrijs kleirijk zand met fijn schelpengruis; met vergane resten van grotere schelpfragmenten; de klei is kalkloos
G45 20,50-21,00 facieswijziging naar zwart (glauconiet > 50 %), overwegend middelmatig, licht kleihoudend (kleverige klei) zand; sporadisch zeer grove kwarts van heterogene oorsprong (meerkleurig); zeer weinig schelpengruis; kalkloos; roestige slibneerslag
G46 21,00-21,50 zwart zacht aanvoelend zand, glauconietrijk (circa 2/3), overwegend matig-fijn, met grove meerkleurige kwarts; zeer licht kleihoudend met kleverige klei; vlekken in slappe fijnzandrijke groenige tot blauwige klei (verweerde glauconiet)
G47-G48 21,50-22,50 +/- zand idem, blijft slibrijk, echter geen kleverige klei meer, zeldzaam schelpengruis
G49 23,00-23,50 22.50 tot 23.00 m: ontbreekt
Zand idem
G50 23,50-24,00 Zand idem, homogeen, eerder middelmatig, glauconietrijk ( circa 75 %), weinig maar grove en meerkleurige kwarts, waaronder veel korrels met groenige film afkomstig van gesplet glauconiet)
G51-G52 24,00-25,00 +/- idem, met slappe bleekbeigegrijze klei klasten tot 2 cm groot; blijft kalkloos
G53 25,00-25,50 idem, zeer homogeen, geen schelpengruis
G54 25,50-26,00 +/- idem, zelfde zand, maar wat meer kwarts en ook slibrijker, met wat grove dikschalige schelpenresten
G55 26,00-26,50 idem als 54, (kwartsgehalte nadert tot 50 %)
G56-G57 26,50-27,50 idem, wordt donkergrijs ipv zwart; toename kwartsgehalte situeert zich in de matig-fijne fractie (zoals de glauconiet); blijft slibrijk zonder kleverige klei; weinig maar toenemend fijn schelpengruis; wordt licht kalkhoudend
G58 27,50-28,00 idem, ook lichte toename van kleigehalte
G59 28,00-28,50 blijft donkergrijs matig-fijn kalkhoudend, nog glauconietrijk (1/3), slibrijk, zeer licht kleihoudend zand met weinig maar persistent schelpengruis
G60 28,50-29,00 +/- idem; minder schelpengruis en slechts licht kalkhoudend; glauconiet niet meer dan 25 %, eerder fijnkorrelig
G61 29,00-29,50 +/- idem, wat meer kleverige klei (blijft echter klei-arm zand)
G62 29,50-29,75 donkergrijs eerder fijn glauconiethoudend (circa 15 %) papperig zand, met weinig maar sterk kleverige klei, met fijn verdeeld fijn schelpengruis en daardoor licht kalkhoudend
G63 29,75-30,00 vaste grijze zandhoudende klei, en resten van fijn kwartsrijk zand vol fijn schelpengruis; ook wat grovere fosfaatkorrels (zand in klei lijkt niet autochtoon, maar door erosie ingeprent)
G64 30,00-30,50 vaste grijze klei met bruinig zeer fijn zand tot siltlaagjes en vlekken (hierdoor hoog zandgehalte)
G65 30,50-31,00 Klei idem, duidelijk micahoudend; door hoge zand-silt gehalte (mogelijk in bioturbaties geïnfiltreerd) is de klei minder vast
G66 31,00-31,50 vaste compacte grijze klei; enkele vlekken (bioturbaties) van zeer fijn wit zand; verspreide fijne donkere vlekken (van ligniteus organisch materiaal van terrestrische oorsprong)
G67 31,50-32,00 grijze vaste klei, zeer rijk aan bleekbruin fijn zand
G68 32,00-32,50 vaste compacte grijze klei, laagvlakken met laminaties van grijs wit zeer fijn zand
G69 32,50-33,00 vaste compacte grijze klei
G70 33,50-34,00 33.00 tot 33.50 m: ontbreekt
vaste compacte bruingrijze klei; klei is ondanks compact uiterlijk heterogeen, met organisch-rijke fijn pyriteuze platte klasten en laagvlakjes, en met kleine ronde gipsnesten (holtes opgevuld met witte gips)
G71 34,00-34,50 vaste compacte grijze klei
G72 34,50-35,00 vaste compacte bruingrijze klei met fijne (2 mm brede) graafgangen gevuld met meer organisch-rijke en fijn pyriteuze klei (zoals in monster 70)
G73 35,00-35,50 vaste compacte grijze klei
G74 35,50-36,00 vaste compacte bruingrijze meer silteuze klei
G75 36,50-37,00 36.00 tot 36.50 m: ontbreekt
vaste compacte grijze klei; (steeds met) micarijke laagvlakken en fijne pyriteuze bioturbaties (fijne strepen in verschillende richtingen op breukvlak)
G76 37,00-37,50 vaste compacte bruingrijze klei met blekere fijne bioturbaties
G77 37,50-38,00 vaste compacte zwartgrijze klei (meer organische koolstof aanwezig)
G78 38,00-38,50 vaste compacte donkergrijze klei met fijne bleke strepen (fijne meer pyriteuze bioturbaties)
G79 38,50-39,00 vaste compacte bruingrijze klei
G80 39,50-40,00 39.00 tot 39.50 m: ontbreekt
vaste compacte donkergrijze klei
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 16/10/2013
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 2,70 Antropogeen aanvulgrond
2,70 6,20 Antropogeen, slibstort en steenstort
6,20 6,70 Antropogeen, herwerkt (geresedimenteerd) Tertiair
6,70 14,00 Tertiair: Formatie van Lillo - kalkig kleiig Lid van Oorderen
14,00 15,00 Tertiair: Formatie van Lillo - kalkig kleiig Lid van Oorderen basis bed
15,00 18,50 Tertiair: Formatie van Lillo - zandig Lid van Oorderen
18,50 20,50 Tertiair: Formatie van Kattendijk
20,50 26,50 Tertiair: Formatie van Berchem - Lid van Antwerpen (geleidelijke overgang naar onder)
26,50 29,75 Tertiair: Formatie van Berchem, kleiige basis Lid van Edegem
29,75 40,00 Tertiair: Formatie van Boom
Boring
Proefnummer: GEO-13/060-B178 Aanvangsdatum: 30/08/2013
X (mLambert): 153947.0 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm)) Uitvoeringsmethode: Meerdere technieken Y (mLambert): 215348.9 (XY_GPS - RTK FLEPOS (nk 2-3cm)) Diepte (m): 0.00 - 40.00
Z (mTAW): 7.41 (Z_GPS - RTK FLEPOS (model hBG03)) Water op (m): 1.65 (5.76 mTAW)
Gemeente:
Uitvoerder: GEOLAB
Informele stratigrafie - 16/10/2013 (herzien 7/12/2019)
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 2.70 Antropogeen aanvulgrond
2.70 6.20 Antropogeen, slibstort en steenstort
6.20 6.70 Holoceen: fluviatiel zand, herwerkt (geresedimenteerd) Tertiair
6.70 9.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
9.50 12.50 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
12.50 13.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen (bedoeld wordt facies)
13.50 14.50 Formatie van Lillo, grove basis (geen lumachelle)
14.50 18.50 Formatie van Kattendijk
18.50 19.50 Formatie van Diest, Lid van Deurne
19.50 20.50 Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen - toplaag
20.50 26.50 Formatie van Berchem, Lid van Antwerpen
26.50 29.75 Formatie van Berchem, Lid van Edegem (coarsening upward)
29.75 32.50 Formatie van Boom: zandhoudend
32.50 40.00 Formatie van Boom: kleiig siltig, heterogeen van boven
