028W0883

028W0883

A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-06/129
Plaats/site: ANTWERPEN - BLOKKERSDIJK

Boring: B7 
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek			
Datum van uitvoering: 13/07/07 - 17/07/07 
X: 149058,24 
Y: 214042,45	
Aanvangspeil: +7,36 			
Waterdiepte volgens boorstaatgegevens(m): 2,34   (peil +5,02) op 16/07/2007

	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar			Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 25/07/2007				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
G1	0,00-0,50	lichtbruin, matig fijn, glauconiethoudend, goed gesorteerd, vrijwel slibvrij zand, met enkele kleine lamellen in fijn kleiig zand (bruine film rond kwartskorrels)
G2	0,50-1,00	zelfde zand, meer kleiig zand lamellen en grote brokken in verdroogd en verhard kleiig zand
G3	1,00-1,50	bruin, meer heterogeen zand (van stoffig silt tot matig grove kwarts) met weinig schelpengruis en fijne recente wortels, met kleiig zand bollen, licht vochtig en dus niet verhard
G4	1,50-2,00	bruin, volledig slibvrij en uitgewassen, middelmatig, goed gesorteerd, sterk glauconiethoudend zand (niervormige glauconiet van dezelfde grootte als de kwarts, ca 15%), met grof schelpengruis (o.a. geremanieerde fossielen) en platte graniet keitjes (2-3mm, algemeen voorkomend tussen schelpengruis in strandafzettingen)
G5	2,00-2,50	bruin, matig grof, sterk glauconiethoudend, slibrijk zand met veel grof schelpengruis van geremanieerde fossielen
G6	2,50-3,00	zelfde zand wordt zwart door fijn slib van organisch materiaal
G7	3,00-3,50	ongeveer idem, lijkt meer fijne korrels te bevatten, maar zeer grove kwartskorrels blijven voorkomen, schelpengruis iets minder en fijner, zeer rijk aan zwart slib
G8	3,50-4,00	ongeveer idem, blijft zwart heterogeen zand, weinig slibhoudend, met wat grof schelpengruis
G9	4,00-4,50	ongeveer idem, wat fijner en ook zeer weinig en fijn schelpengruis
G10	4,50-5,00	faciesverandering naar grijze, bruine oxiderende, siltige kalkhoudende klei met zwarte venige spikkels, licht kleverig en kneedbaar, nog met grote fossiele schelpenresten, wortelsporen (subrecent)
G11	5,00-5,50	klei wordt zwartgrijs (minder bruine oxidatiekleur), tussen brokkelig en kneedbaar, rijk aan venige resten (als sterk venige klei lenzen) en licht doorworteld
G12	5,50-6,00	iets vastere grijze, lichtsiltige -zandige kalkhoudende klei, niet echt kneedbaar, steeds met zwarte venige partikels en gestoorde venige kleibanden
G13	6,00-6,50	ongeveer idem, slappere (niet echt kneedbare) sterk gemengde bruingrijze klei (met kleine venige partikels) en zwartgrijze venige klei, nog licht doorworteld (lijkt niet recent, maar vroeg-Holoceen)
G14	6,50-7,00	meer homogene donkergrijze silt- en zandhoudende kalkhoudende klei (donkere klei door fijn verdeeld organisch materiaal), eerder slap, tussen kleverig en kneedbaar in
G15	7,00-7,50	vastere grijze, sterk bruin oxiderende kalkhoudende, goed kneedbare klei, maar met venige brokken (houthoudend)
G16 - G17	7,50-8,50	homogeen bruin tot donkerbruin brokkelig veen
G18	8,50-9,00	zelfde veen met accumulatie van grote houtresten, nog lichtbruin maar toch al subfossiel, rond het hout zit nog wat slappe grijze klei
G19	9,00-9,50	donkergrijs en donkerbruine sterk venige klei vol venige houtresten, brokkelig
G20	9,50-10,00	ongeveer idem, maar kleigehalte wordt groter
G21	10,00-10,50	nog donkergrijs brokkelige veenhoudende klei, met harde witte concretie (0.50cm), ook grotere (>5cm) roestbruine venige houtresten
G22	10,50-11,00	donkergrijsbruine venige klei en donkerbruin tot donkergrijs kleiig veen, in centimeter dikke banden, die het geheel terug een meer venig uitzicht geven
G23	11,00-11,50	faciesverandering, bleekgroengrijze sterk fijnzandige klei, brokkelig, nog wat bruine venige klei bijmenging
G24	11,50-12,00	idem, donkergrijze venige klei tot kleiig veen bijmenging lijkt niet het gevolg van vermenging tijdens het boren maar lijkt te wijzen op onregelmatige contacten tussen veen en zandige klei
G25	12,00-12,50	geleidelijk omgezet in groengrijs matig fijn kleiig zand afgewisseld met blauwgroengrijze slappe zandige klei
G26	12,50-13,00	groengrijs matig fijn, eerder slecht gesorteerd, licht micahoudend, kleiig, licht gespikkeld zand (donkere spikkels voornamelijk harde veenpartikels)
G27	13,00-13,50	zelfde groengrijs matig fijn kleihoudend zand, met zeer fijne glauconietkorrels, minder grovere veenpartikels, zand slecht gestapeld (weinig gecompacteerd en water verzadigd)
G28	13,50-14,00	zelfde zand, geleidelijk feller groen, minder klei, meer slib, goed gestapeld

	
Informele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar			Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 25/07/2007				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0,00	4,50	Aanvulling?
4,50	11,00	Quartair, Holoceen
11,00	14,00	Quartair, Pleistoceen