028W0882
A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-06/129
Plaats/site: ANTWERPEN - BLOKKERSDIJK
Boring: B2
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek
Datum van uitvoering: 28/06/07 - 4/07/07
X: 149298,69
Y: 214011,40
Aanvangspeil: +8,05
Waterdiepte volgens boorstaatgegevens(m): 3,22 (peil +4,83) op 28/06/2007
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 25/07/2007
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,00-0,50 grijsbruin matig fijn licht lemig, donkergespikkeld zand met platte ronde keitjes in mangaan zwarte metaalslakken
G2 0,50-1,00 zelfde zand, slibvrij, zonder keien, steeds veel matig grove zwarte spikkels (van houtig veen)
G3 1,00-1,50 grijsgeel matig fijn, slibvrij, zwartgespikkeld zand, met weinig verweerd schelpengruis en met kleine lamellen van fijn kleiig zand
G4 1,50-2,00 bruin matig grof heterogeen slibvrij zand, met fijne kwartsgranulen, donkergespikkeld met zwarte matig grove niervormige glauconiet, met grof schelpengruis (vermoedelijk geremanieerde tertiaire fossielen)
G5 2,00-2,50 idem, maar ook grof gruis van parelmoer (zoetwatermossels)
G6 2,50-3,00 ongeveer idem, zand blijft matig grof, bruin, slibvrij, donkergespikkeld met glauconiet, nog fijn schelpengruis, minder zeer grove korrels (minder heterogeen)
G7 3,00-3,50 ongeveer idem, terug met zeer grove kwartskorrels (glauconiet gehalte tussen 10-20%)
G8 3,50-4,00 kleurverandering, van oxidatie naar reductie zone: grijs zeer grof heterogeen zand, blijft glauconiethoudend, veel fijn schelpengruis, zwarte kleur komt van organische film rond de korrels die uit heldere kwarts bestaan, verder slibvrij, glauconiet niet in de zeer grove fractie (>1mm)
G9 4,00-4,50 iets fijner, maar nog overwegend heterogeen (=fijn tot grof) zwart zand, met fijn organisch rijk slib, nog glauconiet en fijn schelpengruis
G10 4,50-5,00 ongeveer idem, verfijnd tot matig grof, met zwart organisch rijk slib (vermoedelijk weinig of geen klei)
G11 5,00-5,50 homogene donkergrijze silteuze kalkhoudende klei met fijne zwarte strepen (door venige partikels), goed kneedbaar, licht kleverig
G12 5,50-6,00 ongeveer idem, donkergrijze, zwartgevlekte, licht silteuze kalkhoudende klei met enkele grove korrels, meer bruin gevlekt door indringende oxidatie, blijft nochtans goed kneedbaar en compact
G13 6,00-6,50 zelfde klei, grijsbruin oxiderend, niet kalkhoudend, echter licht kneedbaar en brokkelig door tussenschakeling van zwarte venige klei laagjes
G14 6,50-7,00 terug grijze, zwartgevlekte (door venige korrels), bruine oxiderende, kneedbare, licht kleverige silteuze klei
G15 7,00-7,50 grijsbruine, iets vastere meer plastische, meer silt- en zandhoudende, kalkhoudende klei, nog met venige partikels, maar ook met fijne bruine wortels (bodemontwikkeling)
G16 7,50-8,00 grijsbruine, zand- en silthoudende, kalkhoudende klei, nog met geelverweerd schelpengruis, kneedbaar, maar met brokkelige passages door inschakeling van millimeter tot centimeter dikke donkere venige laagjes (in venige zandhoudende klei, dus vermoedelijke getransporteerd en niet in situ groeiend) met vrij veel fijn verdeelde bleekbruine houtresten en fijnverdeelde wortels (doordringend, niet gerelateerd aan de zwarte lenzen)
G17 8,00-8,50 donkerbruin, brokkelig, kleiig, licht zandhoudend veen met zwarte houtige resten, nog steeds met bleekbruin hout en wortels (dit is een jongere bodemvormingfase die tot in het veen is doorgedrongen) de bleekbruine houtresten zijn vermoedelijk sporen van grotere wortels
G18 8,50-9,00 bruin, kruimelig, licht veen (geen klei of zand bijmenging)
G19 9,00-9,50 zelfde bruin kruimelig, zuivere veen, met grote lichtbruine vezelige houtresten (tot 5cm lang), dit hout lijkt niet fossiel
G20 9,50-10,00 idem, zuiver, licht, fijn kruimelig veen met recent vezelig hout in grote fragmenten (5cm lang) maar ook met zwartbruin fijner venig hout
G21 10,00-10,50 bruin en zwartbruin veen, blijft fijn kruimelig en zeer licht, maar al wat kleifractie in het zwartbruine veen, nog fijne splinters (1cm) in blekerbruin, meer recent hout
G22 10,50-11,00 zwartbruin, zeer licht en kruimelig, zuiver veen, nog een weinig fijne blekerbruine houtresten
G23 11,00-11,50 bruingrijs, overwegend middelmatig, vrij goed gesorteerd, kleihoudend, gespikkeld zand (met zowel matig fijne glauconiet als venige partikels), zand voelt scherp aan
G24 11,50-12,00 faciesverandering in losgestapeld bleekgroengrijs, licht gespikkeld, eerder middelmatig, slibrijk papzand (korrels van zelfde samenstelling als bovenliggend monster maar met drijfzand kenmerken)
G25 12,00-12,50 zelfde bleekgroengrijs gespikkeld slibrijk zand, echter iets fijner (matig fijn) en wat meer kleihoudend
G26 12,50-13,00 ongeveer idem, maar wat grijzer en wat meer kleihoudend (houdt nog beter water vast)
G27 13,00-13,50 nieuwe kleurverandering naar bleekgrijsgroen, matig fijn, zeer licht gespikkeld (meer kwartsrijk, donkere spikkels slechts enkele %), nog slibrijk, maar veel minder kleihoudend (=geen kleverige klei meer) losgestapeld zand, homogeen van uitzicht
G28 13,50-14,00 zelfde bleekgrijsgroen zand, iets verfijnd en terug zeer licht kleihoudend (blijft nog matig fijn)
G29 14,00-14,50 homogeen fijn bleekgrijsgroen, zeer slibrijk maar niet kleihoudend zand (d.i. geen kleverige klei, maar klei als suspentiemateriaal, neergeslagen rond de zandkorrels)
G30 14,50-15,00 ongeveer idem, eerder matig fijn, zeer licht gespikkeld kwartsrijk slibrijk zand (steed met heldere kwarts)
G31 15,00-15,50 faciesverandering naar groenig grijs, dichter gestapeld (minder kwartsrijk), licht gespikkeld (glauconiet en veen), slibrijk, maar niet kleihoudend, iets grover en heterogener (met grove heldere kwartskorrels) zand, met ook grovere venige spikkels (tot 1-2cm)
G32 15,50-16,00 zelfde groenig grijs, meer homogeen zand, nog slibrijk maar geen grove kwarts of veenpartikels
G33 16,00-16,50 groenig grijs, middelmatig, slibhoudend, licht gespikkeld (voornamelijk venige partikels) zand, met drijfzand kenmerken (normaal in zeer fijn zand facies verwacht)
G34 16,50-17,00 idem (zand voelt scherp aan)
G35 17,00-17,50 ongeveer idem (echter geen drijfzand kenmerken meer) ook vrijwel slibvrij
G36 17,50-18,00 ongeveer idem, groenig grijs zand iets vergrovend, blijft echter overwegend middelmatig, slibvrij, scherp, donkergespikkeld (ook met gebroken donkere glauconiet)
G37 18,00-18,50 groenig grijs, overwegend grof, slibvrij, licht gespikkeld zand (met glauconiet en met harde veenresten tot 2-3mm groot)
G38 18,50-19,00 zelfde zand, maar terug verfijnend tot middelmatig, gespikkeld met donker glauconiet en veenpartikels
G39 19,00-19,50 zelfde zand, terug eerder grof, licht slibhoudend maar niet kleihoudend (nat zand wordt zeer geleidelijk bruin tot kakigrijze kleur)
G40 19,50-20,00 idem, eerder grof, heterogeen, licht slibhoudend
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 25/07/2007
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 5,00 Aangevuld? (mogelijk herwerking Merksem zand uit stroomgeulen)
5,00 11,50 Quartair, Holoceen
11,50 15,50 Quartair, Pleistoceen
15,50 20,00 Tertiair, Formatie van Merksem (zand)
