Opdracht: GEO-14/029
Plaats/site: Dijkwerken op rechteroever van de Schelde tussen Liefkenshoektunnel en Fort Filip
Gemeente:
Boring: B68
Uitgevoerd door: Wiertsema
Datum uitvoering: 16/10/2014 - 16/10/2014
X: 146728.00
Y: 218392.00
Aanvangspeil: 7.91
Waterdiepte volgens
boorstaatgegevens: 1.90 (6.01 mTAW)
Lithologische beschrijving
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Datum: 08/01/2015
Monster Diepte(m) Aard der grondlagen
G1 0.00-0.50 geelgrijs kalkrijk kleiig zand (met kleinesten), doorworteld
G2 0.50-1.00 grijze schieferige zandsteen, ballaststeen
G3 1.00-1.50 idem, ingebed in gruis van zwarte teerachtige verbrandingsresten
G4 1.50-2.00 grijsbruine kalkrijke harde (door natuurlijke nat-droog cycli en daardoor gecompacteerde) klei (sterk geoxideerd) met subrecente rietresten en met zoetwaterschelpen
G5 2.00-2.50 bruinig grijze sterk brokkelige kalkhoudende, recent uitgedroogde (met krimpscheuren) klei, met baksteenpoeder en houtskool
G6 2.50-3.00 eerder vaste, groenig grijze, sterk geelbruin geoxideerde, licht silteuze en zandhoudende, licht en fijn doorwortelde homogene klei, licht kalkhoudend en zonder rioolgeur (organisch materiaal is geoxideerd)
G7 3.00-3.50 vastere en zuiverder bleekgroengrijze klei met sporen van doorworteling en daardoor onregelmatig roestkleurig oxidatiepatroon
G8 - G9 3.50-4.50 zelfde klei, maar iets donkerder, met bewaard organisch materiaal en fijn verdeelde zwarte venige resten, met beige, lokaal oranjerode oxidatierand, licht kalkhoudend en lichte rioolgeur
G10 4.50-5.00 (vanaf hier met roestrode bacteriële neerslag tot 7.50 m, dan glimmend beige bacteriële neerslag tot 9.00 m)
slappe lichtgrijze klei, doortrokken door venige strepen, tot zwarte sterk venige klei vol plantenresten, ook grof hout, blijft licht kalkhoudend en lichte rioolgeur
G11 5.00-5.50 grijze licht venige klei, wat slijkerig, wat fijn venige plantenresten en -wortels
G12 5.50-6.00 +- idem, niet venige klei, wordt bleek geelgrijs van kleur
G13 6.00-6.50 blijft slappe slijkerige klei met wisselend veengehalte, oxidatierand geelbruin en niet roestig
G14 6.50-7.00 wordt meer gehomogeniseerde geelgrijze klei, kalkloos met zeer lichte rioolgeur, zeepachtig wrijfvlak, nog slijkerig maar minder papperig, met hardere mm-grote brokjes van venige vermoedelijk houtige plantenresten
G15 7.00-7.50 wordt grijze sterk siltige klei, wat meer papperig aanvoelend maar nog cohesief, alhoewel zeer slap
G16 8.00-8.50 vastere grijze silteuze klei, licht zandhoudend, homogeen, geen doorworteling of plantenresten, kalkhoudend met slechts lichte rioolgeur
G17 8.50-9.00 +- idem, wordt nog zandiger
G18 9.00-9.50 faciesverandering naar donker fijnkruimelig veen, homogeen, met roodbruine verweringskleur bij fijnwrijven (hoe roder de kleur hoe minder het organisch materiaal is verteerd en ingekoold)
G19 9.50-10.00 vermengd met voornamelijk bruin, meer kleihoudend en draderig veen, met bruinrode kleur bij fijnwrijven
G20 10.00-10.50 zwartbruin vast brokkelig veen met bruinere strepen, blijft bruinrood bij fijnwrijven
G21 10.50-11.00 donkerbruin vervloeid silt
G22 11.00-11.50 bruingrijs vervloeid zandhoudend silt
G23 11.50-12.00 bleekgrijsgroen matig fijn kleihoudend (licht kleverig) kwartsrijk zand, zeer licht gespikkeld met glauconiet, kalkloos, met sporadisch zeer grove korrels
Monster Diepte(m) Aard der grondlagen
G24 12.00-12.50 blijft groenig grijs matig-fijn licht kleihoudend zand, voldoende voor kleef, zeer licht gespikkeld met beige oxidatierand
G25 12.50-13.00 zelfde zand, licht vergrovend en meer glauconiet (ook vergrovend), slechts zeer licht kleihoudend (enkele %)
G26 13.00-13.50 vermengd met bleekgrijs mergelig kleiig zand, met lignietbrokjes (tot 0.50 cm) en met grof schelpengruis, licht gespikkeld met glauconiet
G27 13.50-14.00 groenbruingrijs sterk kleihoudend overwegend middelmatig maar heterogeen (ook grove korrels) licht gespikkeld (met glauconiet) zand, rijk aan fijn schelpengruis, met
1 cm grote schelpfragmenten
G28 14.00-14.50 grijs maar papperig zand met kleverige klei, minder kalkrijk, wat minder schelpengruis maar nog grove schelpenresten, met flaserige lenzen met mm-dikte van grijze slappe klei (papperig voorkomen is dus natuurlijk kenmerk van dit los
gestapeld zand)
G29 14.50-15.00 +- idem, zeer papperig, rijk aan kleiig silt, minder schelpen, slechts licht kalkhoudend
G30 15.00-15.50 grijs heterogeen tot grof kleihoudend zand, rijk aan schelpengruis en schelpenresten tot cm-schaal, weinig fijn glauconiet
G31 15.50-16.00 +- zelfde zand, overwegend middelmatig, zeer rijk aan schelpengruis en gevarieerde schelpenresten (o.a. Natica, veel Tellina, ook Pseudamussium), licht gespikkeld met glauconiet
G32 16.00-16.50 +- zelfde zand, met veel kalkbioklasten, maar veel minder schelpenresten, blijft kleihoudend met kleverige klei, echter is zand minder cohesief, vrij sterk gespikkeld met glauconiet
G33 16.50-17.00 +- zelfde zand, terug meer schelpenresten (in feite grof schelpengruis van gevarieerde samenstelling)
G34 17.00-17.50 +- zelfde zand, rijk aan grof schelpengruis, vrij sterk gespikkeld met glauconiet
G35 17.50-18.00 +- zelfde zand, blijft kalkrijk, licht mergelig, opbollend, hogere indringingsweerstand op de grotere schelpen (> 1 cm)
G36 18.00-18.50 +- zelfde zand, rijk aan grotere schelpenresten en nog toenemende indringingsweerstand, sterk gespikkeld met glauconiet
G37 18.50-19.00 bleekgrijs mergelig zand, eerder middelmatig, zeer licht gespikkeld met zwart geoxideerde glauconiet, zeer rijk aan kalkbioklasten, schelpengruis en complete (gerolde) schelpen, lijkt lumachelle, met ligniet brokje (<0.50 cm)
G38 19.00-19.50 grijs matig-fijn zand vol fijn schelpengruis met nog cm-grote schelpfragmenten (hoge indringingsweerstand), licht gespikkeld met glauconiet (2-3 %), weinig kleihoudend
in opbollende delen, rest is vrij van kleverige klei
G39 19.50-20.00 +- zelfde zand, iets vergrovend met meer grove korrels, ook duidelijk gespikkeld met glauconiet (blijft echter Formatie van Lillo)
Informele stratigrafie
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst Belgische Geologische Dienst (BGD)
Datum: 08/01/2015
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 1.50 Ophoging
1.50 9.00 Quartair: venige slibafzetting (floodplain), Holoceen
9.00 10.50 Quartair: Holoceen veen
10.50 11.50 Quartair: verspoelde en vervloeide silterige zandige wortelbodem van het veen, vermoedelijk Holoceen
11.50 13.25 Quartair: fluviatiel Pleistoceen (Laat Pleistoceen tot Holoceen)
13.25 18.50 Tertiair: Formatie van Lillo - Lid van Kruisschans
18.50 19.00 Tertiair: Formatie van Lillo - Falun van Luchtbal facies
19.00 20.00 Tertiair: Formatie van Lillo - Zand van Oorderen